Bron:

| 9922 x gelezen

1 februari 2021.

Deze maand zullen onze onderzoeksposts zich focussen op de hersenen en het zenuwstelsel bij ME/cvs. Daarmee willen we een licht werpen op onderzoek dat over de hele wereld plaatsvindt, waaronder projecten die mede zijn ondersteund door ME Research UK.

Allereerst is hier een introductie op de hersenen en enkele van de technieken die worden gebruikt om de hersenen te bestuderen.

Tientallen jaren lang kregen mensen met ME/cvs te horen dat het allemaal tussen hun oren zat. Daarmee werd een verwoestende ziekte getrivialiseerd en werd de verantwoordelijkheid voor herstel en behandeling teruggelegd bij de patiënt. In de afgelopen jaren heeft wetenschappelijk onderzoek over de ziekte echter een grote hoeveelheid afwijkingen onthuld in verscheidene systemen van het lichaam, van het immuunsysteem over de energieproductie tot het bloedplasma.

Er is ook meer dan genoeg bewijs dat doet vermoeden dat er problemen zijn in de hersenen bij ME/cvs. Geen psychische problemen, maar afwijkingen in zowel structuur als functie. Dit werpt de vraag op of het antwoord op ME/cvs uiteindelijk letterlijk tussen de oren zit?

De hersenen zijn ongelooflijk complex, en bestaan uit meer dan 100 miljard zenuwen die verantwoordelijk zijn voor het communiceren van een scala aan processen. De hersenen zijn verdeeld in specifieke functiegebieden, maar deze werken allemaal nauw met elkaar samen.

Hoe bestudeer je de hersenen?

Door hun complexiteit zijn de hersenen een uitdagend orgaan om in onderzoek te bestuderen, maar het werkveld van de neurowetenschappen boekt dagelijks vooruitgang in haar poging om de hersenen beter te begrijpen, vooral binnen de context van ziekte.

Een aantal technieken wordt veel gebruikt om de hersenen te bestuderen.

Een computertomografiescan (CT-scan) is een niet-invasieve methode voor het visualiseren van de hersenen. Een scanner neemt meerdere röntgenfoto’s en zet deze om in beelden die details laten zien van de hersenen en de schedel.

Een andere niet-invasieve methode is magnetische resonantiebeeldvorming (MRI), die gebruik maakt van radiogolven in een magnetisch veld om gedetailleerde beelden van de hersenen te laten zien.

Bij een angiogram injecteert een dokter een vloeistof (contrastmiddel) in iemands aders, en van daaruit verplaatst die zich door het lichaam naar de hersenen. Via röntgenvideo wordt hiervan een opname gemaakt, zodat problemen met de bloedvaten in de hersenen geïdentificeerd kunnen worden.

Een lumbaalpunctie, soms een ruggenprik genoemd, is een invasieve ingreep waarbij een lange naald wordt ingebracht in het gebied rond de zenuwen in de ruggengraat en waarbij vloeistof wordt afgenomen voor nader onderzoek.

Bij een elektro-encefalogram (EEG) worden meerdere elektroden aangebracht op specifieke gebieden van het hoofd om hersenactiviteit te meten. Deze techniek wordt veel gebruikt om toevallen te diagnosticeren.

Ten slotte kan het onderzoek naar mentaal functioneren – zoals problemen oplossen of geheugen – worden uitgevoerd door middel van neurocognitieve testen in de vorm van speciaal ontworpen vragenlijsten.

Volgende week zullen we kijken naar de manier waarop deze technieken zijn gebruikt om afwijkingen te onthullen in de hersenen van mensen met ME/cvs.


ONDERZOEK. Zit het tussen je oren? Hersenonderzoek bij ME

ME Research UK, 8 februari 2021

Na de inleiding op het onderwerp “hersenen” van vorige week, is hier een overzicht van een deel van het onderzoek dat in de afgelopen jaren is gedaan naar ME/cvs, en hoe dit ons heeft geholpen om de ziekte beter te begrijpen.

De Wereldgezondheidsorganisatie heeft ME/cvs geclassificeerd als een neurologische ziekte, en de hypothese is lang geweest dat inflammatie in de hersenen een potentiële oorzaak is voor de aandoening.

Bovendien beginnen bevindingen uit het werkveld van het neurologisch onderzoek aan te tonen hoe ontzettend belangrijk de hersenen zijn bij ME/cvs, met bewijs van neuroinflammatie en veranderingen in hersenactiviteit tijdens postexertionele malaise.

Omdat de hersenen verantwoordelijk zijn voor het reguleren en beheersen van alle functies van het lichaam – van het bewegen van het lichaam tot onbewuste regulatie van het hart en de temperatuur- zou het niet goed functioneren van dit orgaan makkelijk kunnen verklaren waarom ME/cvs het brede scala aan symptomen heeft dat hieronder wordt geïllustreerd.

Een uitstekend systematisch overzicht, dat studies samenvatte die neurologische problemen bij ME/cvs onderzochten, werd in 2020 gepubliceerd door Maksoud en collega’s in het tijdschrift PLOS ONE. De paper presenteerde bevindingen, consistenties en discrepanties in 55 studies van hersenonderzoek bij ME/cvs.

De auteurs stelden dat de overgrote meerderheid aan studies de minder strenge diagnostische Fukuda-criteria gebruikte om patiënten te selecteren, hetgeen kan hebben bijgedragen aan inconsistenties tussen de studies onderling. Dit betekende dat het identificeren van één enkele consistente neurologische beperking moeilijk was.

Desondanks werden er toch nog een aantal consistenties gevonden en deze toonden het belang aan van de hersenen bij deze ziekte. De belangrijkste bevindingen uit het systematisch overzicht waren o.a.:

  • Consistente afwijkingen in de structuur van de hersenen van ME/cvs-patiënten, met een afname van de witte stof in de hersenen, die verantwoordelijk is voor het overbrengen van informatie door de zenuwverbindingen via de ruggengraat.
  • Ontwrichting van het autonoom zenuwstelsel dat verantwoordelijk is voor het reguleren van onbewuste processen in het lichaam, zoals hartslag, spijsvertering en pupilverwijding.
  • Verstoorde cognitieve verwerking , waaronder problemen met de functionele connectiviteit (synchronisatie van verschillende gebieden van de hersenen) en verstoringen in het werkgeheugen.

Een andere interessante paper die in 2020 werd gepubliceerd, was die van Washington en collega’s in het tijdschrift Brain Communications. Deze studie onderzocht het effect van lichaamsbeweging op hersenactiviteit bij ME/cvs patiënten en bij mensen met Golfoorlogsyndroom (wat ook in verband wordt gebracht met postexertionele malaise).

Via een functionele MRI om hersenactiviteit te meten terwijl deelnemers een taak uitvoerden die een beroep deed op het werkgeheugen, vonden de auteurs opmerkelijke verschillen in verscheidene gebieden in de hersenen.

Mensen met ME/cvs hadden een toename van activiteit in de middenhersenen, het rechtermiddelste deel van de insula en het linker rolandisch operculum na inspanning, terwijl mensen met golfoorlogsyndroom een afname hadden van activiteit in het cerebellum en de rechter gyrus angularis.

Volgens de onderzoekers zijn de gebieden die zijn aangedaan betrokken bij pijn, het inschatten van bedreigingen, interoceptie (het vermogen te kunnen voelen wat er mis is in je lichaam), negatieve emotie en waakzame aandacht (vermogen te focussen). Zij suggereren zelfs dat nader onderzoek uiteindelijk kan leiden tot behandeling door middel van diepe hersenstimulatie van specifieke gebieden.

Bewijs van neuro-inflammatie bij ME/cvs werd in 2014 aangetoond door Nakatomi en collega’s in een paper die werd gepubliceerd in het Journal of Nuclear Medicine. In deze kleine studie ontdekten de auteurs de expressie van een specifiek eiwit dat in verband wordt gebracht met activatie van microglia of astrocyten (dat zijn types van cellen die in de hersenen worden gevonden met een breed scala aan regulatoire functies).

Geactiveerde microglia/astrocyten verschaffen bewijs van neuro-inflammatie bij ME/cvs, en de auteurs waren ook in staat om activatie in specifieke gebieden in de hersenen in verband te brengen met de ernst van de symptomen. Bijvoorbeeld: activatie in de amygdala, thalamus en middenhersenen hielden verband met de ernst van de symptomen van cognitieve beperkingen en activatie, terwijl activatie in de gyrus cinguli en de thalamus verband hielden met pijn.

Ten slotte toonde een reeks papers die werden gepubliceerd door een team in Australië in de afgelopen tien jaar herhaaldelijk afwijkingen aan in de hersenen, die ook verband hielden met symptoomernst. Met name Barnden en collega’s toonden stoornissen aan in zenuwsignalering in de hersenstam bij mensen met ME/cvs. De auteurs stellen dat deze stoornissen een aantal van de symptomen kunnen verklaren die worden waargenomen bij de ziekte.

Volgende week zullen we een deel van het onderzoek naar de hersenen en het zenuwstelsel samenvatten dat ME Research UK in de afgelopen paar jaren heeft gefinancierd, waarbij we laten zien welke vooruitgang in het werkveld mogelijk is gemaakt door jullie donaties.

© ME Research UK. Vertaling Meintje, redactie Abby, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
26
27
28
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
Recente Links