Bron:

| 6534 x gelezen

Open Medicine Foundation, 15 augustus 2020

Onder leiding van Dr. Jonas Bergquist, PhD, Uppsala University

Open Medicine Foundation (OMF) is verheugd om de gepubliceerde resultaten te kunnen delen van een opwindende, volledig gefinancierde studie uitgevoerd onder leiding van Dr. Jonas Bergquist, PhD, directeur van het Collaboratief Onderzoekscentrum voor ME/CVS aan de Uppsala University.

Deze studie was bedoeld om de toename van autoantistoffen waargenomen in het bloed van mensen met Myalgische Encefalomyelitis/Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/cvs), die werd waargenomen in een eerdere studie, te valideren. Bovendien onderzocht de studie mogelijke verschillen in niveaus van autoantistoffen in het bloed en het cerebrospinaal vocht (CSV) van degenen met ME/cvs en gezonde controles.

Autoantistoffen zijn antilichamen (immuuneiwitten) die zich ten onrechte richten op en reageren tegen iemands eigen celstructuren. De verhoogde autoantistoffen die eerder werden waargenomen in het bloed van mensen met ME/cvs, lijken zich te richten op ‘signalerende moleculen’ (adrenerge en muscarine receptoren genaamd) op celoppervlakken die verantwoordelijk zijn voor het reguleren van het energiemetabolisme, activering van het immuunsysteem, spieractiviteit, activiteit van de hartspier en neurocognitieve functie.

Methode

Uit twee ME/cvs-cohorten werden bloed, cerebrospinaal vocht en gezondheidsgerelateerde vragenlijsten verzameld. Bloed en cerebrospinaal vocht werden van de eerste cohort verzameld, terwijl alleen bloed verzameld werd van de tweede cohort samen met bloedstalen van gezonde controles.

Alle stalen werden op autoantistoffen geanalyseerd. De vragenlijsten werden gebruikt om de ernst van de ziekte bij patiënten te meten.

Bevindingen

“Hoewel geen significante correlaties tussen niveaus van autoantistoffen en de ernst van de ziekte duidelijk waren in de studie, hebben onze medewerkers vervolgbehandelingen uitgevoerd [met immunoadsorptie of plasma-uitwisseling, n.v.d.r.] om deze autoantistoffen te verwijderen en dit heeft de ME/cvs-symptomen verbeterd bij een subgroep van patiënten.

-Dr. Jonas Bergquist

Resultaten van deze studie bevestigden eerder gevonden resultaten van een toename van autoantistoffen tegen adrenerge en muscarine receptoren in het bloed van patiënten met ME/cvs.

“We zijn verheugd om deze paper van Dr. Bergquist en zijn team aan Uppsala te financieren,” zegt Linda Tannenbaum, oprichter en CEO van OMF. “Dit belangrijke werk illustreert het belang van onze missie – het ondersteunen en versnellen van onderzoek dat nodig is om de wereldwijde gezondheidscrisis aan te pakken, nl. Myalgische Encefalomyelitis/ Chronisch Vermoeidheidssyndroom.”

Lees de volledige paper die gepubliceerd werd in Brain, Behavior, & Immunity – Health.

© Open Medicine Foundation. Vertaling ME-gids.


Autoantistoffen tegen bèta-adrenerge en muscarine cholinerge receptoren in Myalgische Encefalomyelitis (ME)-patiënten – een validatiestudie in plasma en cerebrospinaal vocht van twee Zweedse cohorten.

Hoogtepunten

  • Myalgische Encefalomyelitis (ME) is een verwoestende aandoening (met miljoenen patiënten wereldwijd) met een onduidelijke etiologie en zonder duidelijke diagnostische biomarker beschikbaar.
  • Deze studie ondersteunt het bestaan van een algemeen patroon van verhoogde niveaus van antistoffen tegen adrenerge en muscarine receptoren binnen de ME-patiëntengroep.
  • Er werd geen bewijs gevonden van intrathecale antistoffenproductie in het cerebrospinaal vocht. De rol van een verhoogd aantal autoantistoffen in de pathogenese van ME is nog steeds onzeker en verder onderzoek is nodig om hun klinische significantie te evalueren.

Abstract

Myalgische encefalomyelitis (ME), ook bekend als ME/cvs (chronisch vermoeidheidssyndroom) of ME/SEID (Systemische Inspanningsintolerantieziekte), is een invaliderende en vaak langdurige ziekte die de levenskwaliteit en het fysiek/sociaal functioneren van de patiënten drastisch kan verminderen. De onderliggende pathologische mechanismen zijn grotendeels onbekend, maar de aanwezigheid van autoantistoffen, afwijkingen in cytokinepatronen en de presentatie van cognitieve en autonome zenuwstelselgerelateerde symptomen bieden bewijs dat ME een immunologische aandoening is met elementen van auto-immuniteit. Er zijn verhoogde niveaus van autoantistoffen tegen adrenerge en muscarine receptoren bij ME-patiënten gerapporteerd. De hypothese is dat deze autoantistoffen pathologische betekenis hebben en bijdragen aan de ME-specifieke symptomen, maar deze waarnemingen moeten nog worden gevalideerd.

Deze studie was bedoeld om de mogelijke verschillen in autoantilichaamniveaus van adrenerge en muscarine receptoren in stalen plasma en cerebrospinaal vocht (CSV) tussen ME-patiënten en gezonde controles van hetzelfde geslacht en dezelfde leeftijd te onderzoeken, en om de autoantilichaamspiegels te correleren met de ernst van de ziekte.

We verzamelden lichaamsvloeistoffen en gezondheidsgerelateerde vragenlijsten van twee Zweedse ME-cohorten, plasma en CSV van een van de cohorten (n=24), alleen plasma van de tweede cohort (n=24) samen met plasmastalen (n=24) en CSV (n=6) van gezonde controles.

Alle stalen werden geanalyseerd op IgG-autoantilichamen gericht tegen alfa- (α1, α2) en bèta- (β1-3) adrenerge receptoren en muscarine (M) 1–5 acetylcholinereceptoren met behulp van de ELISA-techniek. De vragenlijsten werden gebruikt om de ernst van de ziekte te meten.

Er werden significante toenames in autoantilichaamniveaus gevonden bij ME-patiënten in vergelijking met controles voor M3- en M4-receptoren in beide cohorten en β1, β2, M3 en M4-receptoren in één cohort. Er werden geen significante correlaties gevonden tussen autoantilichaamspiegels en de ernst van de ziekte. Er werden geen significante niveaus van autoantilichamen gevonden in de CSV-stalen. Deze bevindingen ondersteunen eerdere bevindingen dat er binnen de ME-patiëntengroep een algemeen patroon bestaat van verhoogde antilichaamniveaus tegen adrenerge en muscarine receptoren. De rol van verhoogde autoantilichamen tegen adrenerge en muscarine receptoren in de pathogenese van ME is echter nog steeds onduidelijk en verder onderzoek is nodig om de klinische significantie van deze bevindingen te evalueren.

Citeren?

Bynke A, Julin P, Gottfries CG, Heidecke H, Scheibenbogen C en Bergquist J (2020). Autoantibodies to beta-adrenergic and muscarinic cholinergic receptors in Myalgic Encephalomyelitis (ME) patients – A validation study in plasma and cerebrospinal fluid from two Swedish cohorts. Brain, Behavior, & Immunity – Health, 7: 100107. https://doi.org/10.1016/j.bbih.2020.100107.

Autoantibodies to beta-adrenergic and muscarinic cholinergic receptors in Myalgic Encephalomyelitis (ME) patients – A validation study in plasma and cerebrospinal fluid from two Swedish cohorts

Myalgic encephalomyelitis (ME) also known as ME/CFS (Chronic Fatigue Syndrome) or ME/SEID (Systemic Exertion Intolerance Disorder), is a disabling and often long-lasting disease that can drastically impair quality of life and physical/social functioning of the patients.

© Bynke et al., 2020. Vertaling ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
1
2
3
Recente Links