Bron:

| 4376 x gelezen

© Nevit Dilmen via Wikemedia Commons

#MEaction, 18 december 2018

Een studie die op het programma stond voor ons overzicht wetenschappelijk onderzoek kwam gisteren [d.d. 17 december 2018] opeens in de schijnwerpers terecht door een SMC-campagne in het VK. [SMC of Science Media Center is een soort persbureau in het VK dat streeft naar correctere verslaggeving over wetenschappelijke thema’s in de media; hun verslaggeving over ME is echter berucht, n.v.d.r.]

De studie waar iedereen het over heeft, is een studie van King’s College London, met als titel: Persistent fatigue induced by interferon-alpha: a novel, inflammation-based, proxy model of Chronic Fatigue Syndrome [Aanhoudende vermoeidheid na interferon-alfa: een vernieuwend, op inflammatie gebaseerd substitutiemodel van Chronisch Vermoeidheidssyndroom]. Er staan enkele bekende namen bij de auteurs, waaronder Chalder. De paper vind je hier.

De studie oppert of impliceert het volgende:

  • Langdurige vermoeidheid na een hepatitis-C-infectie wordt veroorzaakt door behandeling met IFN-α;
  • Vermoeidheid veroorzaakt door toediening van IFN-α kan dienen als model voor Oxford-cvs;
  • 33% van een steekproef van 55 personen met hepatitis-C-infectie en IFN-α-behandeling bleef zes maanden na behandeling vermoeid, waarbij vermoeidheid gemeten werd m.b.v. de vermoeidheidsschaal van Chalder, en verhoogde vermoeidheid gedefinieerd werd als een lagere waarde op die schaal;
  • Vermoeidheid na hepatitis-C-infectie en na IFN-behandeling (pIFNF) werd via deze definitie vergeleken met 54 mensen met cvs en 57 gezonde vrijwilligers;
  • Mensen met vermoeidheid na hepatitis-C-infectie en IFN-behandeling hadden meestal aan het begin van de behandeling met IFN-α ergere vermoeidheid in vergelijking met diegenen die geen pIFNF ontwikkelden;
  • Mensen met hogere pIFNF hadden meestal hogere basiswaarden van IL-6 en IL-10, d.w.z. vóór de behandeling. De onderzoekers beweren dat dit impliceert dat hun immuunsysteem voordien al overactief was;
  • Geen enkele cohort had problemen met perifere inflammatie;
  • Metabolieten van kynurenine waren ontregeld in de Oxford-cvs-groep;
  • Er was geen verschil in doorgemaakt trauma tussen beide groepen die wel of geen vermoeidheid hadden na IFN en hepatitis-C;

We kunnen al meteen enkele dingen opmerken:

  • Dit is een studie over vermoeidheid na virale infectie en behandeling met IFN die Oxford-criteria gebruikt om de cvs-groep te bepalen, in plaats van criteria die PEM vereisen. Om die reden, en op voorwaarde dat de studie correct is uitgevoerd, kan men er besluiten uit trekken over chronische vermoeidheid na virale infectie en behandeling met IFN (pIFNF), en over vermoeidheid als resultaat van een waaier aan uitlokkende factoren en omstandigheden (Oxford), maar niet over de ziekte ME.
  • Het is een kleine studie, met 18 mensen met pIFNF vergeleken met 54 mensen met via Oxford vastgestelde cvs.
  • Verhoogde IL-10 en IL-6 werd meermaals vastgesteld bij mensen met ME, vooral gezien het feit dat cytokinestudies in de regel inconsistent zijn. Broderick et al. (groep van Klimas) vond dat IFN-niveaus verband hielden met IL-6-niveaus in ME-patiënten. Je kan ook even kijken naar Light et al., 2009, Hardcastle et al., 2015, Hornig et al., 2015, Gaab et al., 2005, Carlo-Stella et al., 2006, en ter Wolbeek et al., 2007 voor meer informatie over verhoogde IL-10 en/of IL-6 bij mensen met ME, cvs, or ME/cvs.
  • Van traumatische gebeurtenissen in de kindertijd is in heel veel studies aangetoond dat ze verband houden met sterfterisico in het algemeen. Dit is misschien wel de eerste studie uitgevoerd door aanhangers van de psychosomatische theorie die traumatische ervaringen vergelijkt bij mensen met chronische vermoeidheid en traumatische ervaringen bij mensen met andere invaliderende ziektes zonder vermoeidheid (hepatits-C-infectie). Dat impliceert dat er geen speciaal of specifiek verband bestaat tussen het symptoom chronische vermoeidheid en kindertrauma.

Algemeen gesproken is dit een kleine studie die mogelijk interessante gevolgen zal hebben voor postvirale chronische vermoeidheid. Hoewel de studie hier en daar mogelijk interessant is, maakt ze uiteindelijk toch een vergelijking tussen enerzijds vermoeidheid (mogelijk) veroorzaakt door IFN-α, maar wellicht eerder een allegaartje van postinfectieuze vermoeidheid, en anderzijds Oxford-cvs. En aangezien Oxford-cvs zo’n brede categorie is, is het ook mogelijk dat er mensen betrokken werden met dezelfde etiologie als diegenen in de pIFNF-groep. Het zou interessant zijn geweest als men de pIFNF-groep had vergeleken met een groep die PEM heeft.

Hoewel de metingen objectief zijn, zegt de studie uiteindelijk niks over “in stand houdende factoren”. Vele aanhangers van de psychosociale theorie ondersteunen het idee van een infectieuze of immunologische uitlokker voor ME, maar beweren dat psychologische factoren vervolgens de ziekte in stand houden, of dat CGT en graduele oefeningen, ondanks die infectieuze of immune uitlokker, nog steeds de best mogelijke behandelingen zijn. Als je weet dat enkele van de auteurs van deze paper dat paradigma onderschrijven, dan zou de volgende logische stap zijn dat ze een poging zullen doen om een verband aan te tonen tussen psychosociale theorieën en de resultaten die hier worden voorgesteld.

Dat terzijde gelaten, komt ontregeling van IL-6 en IL-10 zo vaak voor in de ME-literatuur, dat dit onderzoek de wetenschappelijk geïnteresseerden onder ons weer wat leesvoer heeft verschaft. En laat ons niet vergeten dat de paper aantoont dat kindertrauma niet vaker voorkomt bij mensen die langdurige vermoeidheid ontwikkelen, dan bij diegenen die dat niet doen. Dat is een overwinning voor patiënten die te horen krijgen dat ze hun emotioneel trauma moeten overwinnen om hun fysieke gezondheid te herstellen.

© #MEAction. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
1
2
Recente Links