Bron:

| 11242 x gelezen

Trial By Error: Drie CGT/GET-voorstanders stappen vlak voor publicatiedatum uit NICE ME/cvs-richtlijnpanel

7 augustus 2021.

De nieuwe klinische ME/cvs-richtlijn van het Britse National Institute for Health and Care Excellence (NICE) is klaar en zal op 18 augustus publiekelijk worden vrijgegeven [intussen voor onbepaalde tijd “gepauzeerd”, n.v.d.r.]. In de tussentijd is de definitieve versie verstuurd naar geregistreerde belanghebbenden – zelfs nu drie van de 21 leden van het comité dat verantwoordelijk is voor de richtlijn zijn teruggetreden zonder publieke uitleg, volgens een “exclusief” rapport op de nieuwssite van BMJ. Alle drie de leden waren voorstander van de zogenaamde voordelen van cognitieve gedragstherapie (CGT) en graduele oefentherapie (GET) als belangrijkste behandeling.

Volgens BMJ zijn dit de drie clinici die zijn afgetreden: Michael Beadsworth, infectioloog aan het Royal Liverpool University Hospital en klinisch hoofd van de regionale ME/cvs-dienst; Gabrielle Murphy, klinisch hoofd van de vermoeidheidsdienst bij de Royal Free London NHS Foundation Trust; en Joanne Bond-Kendall, senior fysiotherapeut voor de specialistische pediatrische ME/cvs-dienst bij Royal United Hospitals Bath NHS Trust.

Een vierde commissielid, Dr. Charles Shepherd, medisch adviseur van de ME Association, werd onlangs ontslagen wegens conflicten omtrent de vertrouwelijkheid van het NICE-proces en zijn professionele verantwoordelijkheden bij de NGO. In een een verklaring gepubliceerd door de ME Association, merkte Dr Shepherd op dat de door NICE geuite bezorgdheid over de kwestie betrekking had op publieke opmerkingen die hij pas had gemaakt nadat de ontwerpversie afgelopen november was gepubliceerd. Desalniettemin schreef hij: “NICE ontving een klacht van iemand die onze berichten op sociale media zorgvuldig in de gaten houdt…Dit resulteerde in een verdere discussie met betrekking tot mijn voortdurende belangenverstrengeling en ik ben nu ‘teruggetreden’ uit de NICE richtlijncommissie.

Het abrupte vertrek van de andere drie suggereert in ieder geval dat de definitieve versie hen niet bevalt – en het ongenoegen van dit trio zou een goed voorteken moeten zijn voor de inhoud van de nieuwe richtlijn zelf. Leden van de ideologische CGT/GET-brigade zijn sinds de publicatie van het ontwerp in november vorig jaar op hol geslagen in de media, waar ze onder meer de kritiek gaven dat de richtlijn het resultaat zou zijn van ongepaste druk vanwege patiëntenactivisten. De NICE-commissie, die de bekende GRADE-methode voor het beoordelen van wetenschappelijk onderzoek gebruikt, beoordeelde alle bevindingen met betrekking tot CGT en GET als van “lage” en “zeer lage” kwaliteit, en werd daarom [door hen] beschuldigd van het verkeerd toepassen van het beoordelingssysteem.

Ik was aangenaam verrast door het ontwerp. Wat de definitieve versie betreft, heb ik voorspeld dat de commissie zou vasthouden aan haar aanbeveling tegen GET – de aanpak die werd onderzocht in de in diskrediet gebrachte PACE-studie. Ik had ook voorspeld dat de definitieve versie CGT zou blijven afraden als curatief middel of als behandeling van de onderliggende ziekte, maar ik dacht wel dat misschien enkele formuleringen die het mogelijke gebruik van CGT als ondersteunende zorg omschrijven, zouden kunnen worden afgezwakt. We zullen het binnenkort te weten komen.

Het ontwerp laat psychotherapeuten, fysiotherapeuten en anderen voldoende ruimte om diensten te blijven verlenen aan ME/cvs-patiënten. De definitieve versie zal dat ongetwijfeld ook doen. Maar ze zal hopelijk ondubbelzinnig blijven adviseren dat deze interventies niet gepresenteerd mogen worden als hulpmiddelen voor herstel en niet gebaseerd mogen zijn op onbewezen theoretische formuleringen over de rol van deconditionering en abnormale cognities bij het in stand houden van symptomen.

Deze ontslagnemingen vlak voor publicatie lagen binnen de verwachtingen. Net als voormalig president Trump, zijn de leden van de ideologische CGT/GET-brigade slechte verliezers. Ze lijken te geloven dat beslissingen die niet op één lijn liggen met hun overtuigingen en beweringen om één of andere reden onwettig zijn – en dat ze meestal te maken hebben met de zogenaamd duistere invloed van antiwetenschappelijke patiënten.

In 2018 nam een kernlid van de Nederlandse vleugel van de ideologische brigade ontslag uit een panel over dit onderwerp, georganiseerd door de Gezondheidsraad, toen zijn verdedigingen van biopsychosociale behandelingen werden verworpen. Na zijn ontslag bekritiseerde hij het rapport van de raad in een nieuwscommentaar. Begin 2002 werd bekend dat professor Peter White, een psychiater en later een van de hoofdonderzoekers van PACE, samen met anderen ontslag had genomen uit een groep die door de Chief Medical Officer was aangewezen om de ziekte te onderzoeken. Volgens een BMJ-nieuwsrapport waren de CMO-panelleden van mening dat “het rapport de psychologische en sociale aspecten van de aandoening bagatelliseert en zich concentreert op een medisch model”.

**********

BMJ’s eenzijdige exclusieve nieuwsbericht

Het is niet verrassend dat het “exclusieve” bericht van BMJ waarin het nieuws over het ontslag naar buiten werd gebracht, de bekende vooroordelen van BMJ op dit gebied werden verraden.  Professor Brian Hughes, psycholoog aan de National University of Ireland Galway, heeft geblogd over het BMJ-artikel, en patiëntenbelangenbehartiger Michiel Tack schreef een snelle reactie. Beiden brachten zoals gewoonlijk scherpe en overtuigende observaties.

Het BMJ-artikel bevatte een aantal nogal domme punten. De verslaggeefster suggereerde dat, toen het NICE-ontwerp afgelopen november werd gepubliceerd, de aanwezigheid van “significante veranderingen” ten opzichte van de eerdere richtlijnen “vragen opriep over hoe het bewijsmateriaal zo substantieel kon zijn veranderd”. Blijkbaar was ze niet op de hoogte van het feit dat er gedurende een periode van 14 jaar veel kan veranderen in wetenschappelijk onderzoek en dat het niet ongebruikelijk is dat de medische praktijk verschuivingen kent als gevolg van nieuwe inzichten gedurende zo’n lange tijdsperiode.

Toen schreef ze dit: In 2007 adviseerde NICE interventies zoals cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie voor mensen met milde of matige ME/cvs, terwijl de ontwerpupdate een ‘gebrek aan bewijs voor de effectiviteit van deze interventies’ meldt. Het is echter onduidelijk hoe het bewijs opeens niet meer ondersteunend is.”

Die laatste zin is lachwekkend. Het zou voor iedereen die de ontwerprichtlijn en het ondersteunende materiaal leest, overduidelijk moeten zijn hoe en waarom de commissie tot haar opvattingen over de kwaliteit en de waarde van het bewijsmateriaal is gekomen. De journaliste lijkt te geloven dat een nieuwe leidraad met argusogen moet worden bekeken als die een andere kijk op het bewijsmateriaal heeft dan de vorige. Men zou zich toch net zo goed kunnen afvragen of het beschikbare bewijsmateriaal aanvankelijk misschien verkeerd werd geïnterpreteerd?

De verslaggeefster zou ook meer bronnen moeten raadplegen. Het artikel citeert één enkele persoon over deze situatie – professor Paul Garner, de infectioloog uit Liverpool die beweerde dat hij zichzelf van langdurige COVID en ME/cvs heeft genezen met zijn heldhaftige positieve gedachten. In zijn commentaar betreurt professor Garner dat de drie opgestapte NICE-commissieleden “enkele van de meest gerespecteerde dienstverleners voor ME/cvs” zijn, en misschien zijn ze dat ook wel. Maar wellicht beseft professor Garner niet dat de reden van de beoordeling van het wetenschappelijk onderzoek bij het ontwikkelen van klinische richtlijnen is, om aanbevelingen te baseren op wetenschappelijk bewijs en niet op de vooroordelen die vaak samengaan met de traditionele aanpak, hoe “gerespecteerd” de dienstverleners ook zijn.

Professor Garner suggereerde ook dat de ontslagnemingen “enkel gezien kunnen worden als een kritieke instorting van de methodes voor het formuleren van de aanbevelingen”. Zijn logica klopt niet. Een kleine minderheid die ervoor kiest ontslag te nemen, kan vele andere dingen betekenen dan een “kritieke instorting”. (Misschien handelen zij bijvoorbeeld onder bepaalde collectief gedeelde abnormale cognities over het wetenschappelijke bewijsmateriaal). Hun besluit betekent niet dat het document zelf of het proces dat is gevolgd om het te ontwikkelen noodzakelijkerwijs gebrekkig is. Het betekent alleen dat drie leden van een veel grotere groep (wellicht) niet gelukkig waren met de gang van zaken.

Laat ons niet vergeten dat NICE zich tot het uiterste heeft ingespannen om een ​​zeer diverse en uiterst uitgebalanceerde commissie samen te stellen. Niemand kan serieus beweren dat deze groep of het proces inherent gekant was tegen CGT/GET-voorstanders. Tot dusver lijkt de grote meerderheid van de commissieleden het eens te zijn met wat er wordt gepubliceerd. Dat lijkt me best goed. Niet alles kan in consensus gebeuren.


© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.



Trial By Error: The Times checkt uitspraken BMJ over NICE-commissie; Mijn brief aan Fiona Godlee van BMJ

David Tuller, DrPH, Virology Blog, 10 augustus 2021.

Het komt niet vaak voor dat een grote nieuwsorganisatie de uitspraken van een toonaangevende medische uitgever als BMJ in realtime op waarheid checkt. Maar dat is wat er vorige week gebeurde toen The Times kritiek gaf op tegen de vooringenomen BMJ-rapportage over de commissie die van het Britse National Institute for Health and Care Excellence (NICE) de opdracht kreeg om een nieuwe klinische richtlijn voor ME/cvs te ontwikkelen. Dit is niet de eerste keer dat The Times de propagandacampagne doorziet van mensen met financiële en reputationele belangen bij het handhaven van de GET/CGT-aanpak, ondanks het feit dat de theoretische en wetenschappelijke onderbouwing ervan grotendeels is afgewezen.

Zoals ik eerder opmerkte, presenteerde het BMJ-artikel van 3 augustus een nogal domme argumentatie, namelijk dat het ontwerp van NICE-richtlijnen dat afgelopen november werd gepubliceerd, werd ontwikkeld zonder voldoende te vertrouwen op het beschikbare bewijsmateriaal. Sean O’Neill, een verslaggever van The Times, wiens eerdere werk een genuanceerdere blik op ME/cvs-kwesties heeft laten zien dan gebruikelijk is onder zijn collega’s, weerlegde dergelijke beweringen in een stuk dat de volgende dag werd gepubliceerd. De definitieve versie van de richtlijn wordt volgende week vrijgegeven [intussen voor onbepaalde tijd “gepauzeerd”, n.v.d.r.]. Misschien zullen andere leden van de Britse pers het voorbeeld van de Times volgen en stoppen met alles te geloven wat ze lezen over ME/cvs in grote medische vakbladen en in persberichten van bijvoorbeeld het Londense Science Media Centre.

Hier volgen twee belangrijke paragrafen uit het artikel van O’Neill:

“De BMJ, die voor het eerst het ontslag meldde, zei dat er ‘een ongewoon hoog aantal patiëntenvertegenwoordigers [in de NICE-commissie] zat, wat het vermoeden gaf dat er meer gewicht is gegeven aan de mening van de patiënt dan aan gepubliceerd wetenschappelijk bewijs.’

Slechts vijf van de 21 commissieleden waren echter patiëntenvertegenwoordigers, en het lange ontwerprapport toonde aan dat klinisch onderzoek waarin het gebruik van oefentherapie en CGT wordt aanbevolen, diepgaand is geëvalueerd en werd beoordeeld als van ‘lage’ of ‘zeer lage’ kwaliteit.”

Gezien het contrast tussen de berichtgeving van BMJ en The Times, vond ik het de moeite waard om te schrijven aan Dr. Fiona Godlee, de hoofdredacteur van BMJ en hoofdredacteur van The BMJ. (The BMJ is het paradepaardje van BMJ, een uitgever van vele titels.) Gisteren stuurde ik haar de volgende brief, met Sean O’Neill in CC.

**********

Geachte Dr Godlee,

Zoals ik een paar jaar geleden in een opiniestuk voor STAT heb geschreven, heb ik bewondering voor veel van de initiatieven die onder uw leiding door BMJ zijn ontplooid. Daarom was mijn verbijstering door de jaren heen des te groter over de problematische manier waarop BMJ ME/cvs benadert, wat zoals u weet aanleiding is geweest voor eerdere berichten van mijn kant. De vooringenomenheid van BMJ bleek onlangs nog uit een “exclusief” nieuwsartikel (gepubliceerd op 3 augustus) over de drie mensen die ontslag hebben genomen uit de commissie die belast is met het ontwikkelen van nieuwe klinische richtlijnen voor de ziekte.

Het National Institute for Health and Care Excellence (NICE) bracht in 2007 voor het eerst klinische richtlijnen uit voor wat toen CVS/ME werd genoemd. Die eerste commissie oordeelde in het voordeel van de voorstanders van de zogenaamde biopsychosociale benadering, en de gepubliceerde leidraad adviseerde graduele oefentherapie (GET) en cognitieve gedragstherapie (CGT). Een ontwerp van de nieuwe ME/cvs-richtlijn, die afgelopen november werd gepubliceerd, raadde daarentegen specifiek af om één van deze therapieën aan te bieden als curatieve interventies of behandelingen voor de onderliggende aandoening. Na een periode voor publiek commentaar en herziening, brengt NICE de definitieve versie uit op 18 augustus [publicatie intussen “gepauzeerd”, n.v.d.r.].

Het BMJ-artikel over de teruggetreden commissieleden leest alsof het gedicteerd had kunnen zijn door de afgetreden leden zelf of door andere GET/CGT-voorstanders. De journaliste is blijkbaar van mening dat de aanwezigheid van “significante veranderingen” in de ontwerpaanbevelingen ten opzichte van de richtlijn van 2007 sowieso verdacht is. Misschien zijn zij en haar redactie zich er niet van bewust dat 14 jaar een lange periode is voor de medische praktijk, en dat “significante veranderingen” daarom niet als ongebruikelijk moeten worden gezien. Of vinden zij misschien dat een bijgewerkte richtlijn altijd de vorige versie moet bevestigen?

Verder suggereert het BMJ-artikel dat het, gezien de aanbevelingen van 2007, “onduidelijk” is waarom het bewijsmateriaal “niet langer ondersteunend” is voor de standaardinterventies. Deze verklaring is nogal vreemd. De redenen voor de beslissingen van de huidige NICE-commissie zouden in de verste verte niet “onduidelijk” mogen zijn voor iedereen die de ontwerprichtlijn heeft gelezen en het uitgebreide onderzoek waarop deze was gebaseerd. Bij de beoordeling van de beschikbare studies beoordeelde NICE al het bewijsmateriaal voor GET en CGT als zijnde van “zeer lage” of slechts “lage” kwaliteit. In plaats van zich af te vragen hoe het bewijs “niet meer ondersteunend” is, zouden de journaliste en haar redacteurs zich beter afvragen waarom iemand überhaupt vond dat het bewijs deze therapieën ooit ondersteunde.

Gelukkig publiceerde The Times vervolgens een meer accuraat verslag van het gedoe rond het NICE-comité, inclusief een welkome vermelding van de mogelijke implicaties van de nieuwe ME/cvs-richtlijn voor langdurige COVID-patiënten. De verslaggever van The Times, Sean O’Neill (bij dit bericht in CC), weerlegde een aantal twijfelachtige beweringen in het BMJ-artikel, o.a. dat er buitensporig veel patiëntenvertegenwoordigers in het comité zetelden en dat het comité beslissingen nam die niet gebaseerd waren op legitieme gegevens. Het is bemoedigend dat sommige leden van de Britse mainstreampers de verschillende beweringen over ME/cvs, zoals die door vooraanstaande medische vakbladen worden verkondigd, niet meer zomaar voor waar aannemen.

Of men het nu wil of niet, dit BMJ-artikel lijkt deel uit te maken van een PR-campagne, gevoerd door diegenen die het wetenschappelijke debat hebben verloren en nu proberen om preventief twijfel te zaaien over de nieuwe ME/cvs-richtlijn, evenals over het ontwikkelingsproces ervan. Nu de publicatiedatum van dit kritische NICE-document nadert, is het betreurenswaardig dat BMJ propaganda verspreidt voor de GET/CGT-campagne, onder het mom van “nieuws”.

Vriendelijke groet,

David

David Tuller, DrPH
Senior Fellow Volksgezondheid en Journalistiek
Center for Global Public Health
School of Public Health
University of California, Berkeley


© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.



Trial by Error: NICE neemt het op tegen pestkoppen van Royal College over nieuwe ME/cvs-richtlijnen

David Tuller, DrPH, Virology Blog, 19 augustus 2021.

Al jarenlang beschuldigen campagnevoerders voor psycho-gedragsmatige interventies voor ME/cvs patiënten die bezwaar maken tegen het onderzoek van antiwetenschappelijk fanatisme. Dat was altijd al een belachelijke beschuldiging, maar ontwikkelingen deze week hebben duidelijk gemaakt (voor zover daar al twijfel over bestond), dat het deze regelrechte bullebakken zijn die immuun zijn voor het feitelijke bewijs.

Het National Institute for Health and Care Excellence (NICE), de Britse organisatie die klinische richtlijnen ontwikkelt, begon vier jaar geleden met het proces van herziening van haar verouderde ME/cvs-advies uit 2007. Het selecteerde een uiterst evenwichtig comité, met vertegenwoordigers van verschillende kanten van het debat, waaronder verscheidene patiënten. Je kan op geen enkele overtuigende manier beweren dat het proces inherent gekant was tegen de voorstanders van graduele oefentherapie en cognitieve gedragstherapie, de twee standaardbehandelingen.

Het eindproduct, dat de aanbevelingen van 2007 verwierp, werd goedgekeurd door iedereen in de NICE-hiërarchie die het moest goedkeuren. En toch kondigde NICE dinsdag aan dat het de publicatie die voor de volgende dag was gepland, tijdelijk opschortte om te overleggen met machtige mensen uit de medische wereld die zich tegen verandering verzetten. Tijdens het proces verdedigde het de integriteit van het “rigoureuze” proces dat werd ondernomen om het nieuwe, evidence-based document te produceren.

De gebeurtenissen hebben het Britse medische establishment op zijn grondvesten doen daveren en hebben geleid tot wijdverbreide berichtgeving in het land. (In de VS leek niemand er wat van te merken.) Het conflict heeft geleid tot een patstelling tussen rivaliserende gezagscentra – NICE, wiens richtlijnen een aanzienlijke invloed hebben op de klinische praktijk, en behoudsgezinde artsenorganisaties waarvan de leden reputationele en financiële belangen hebben bij het handhaven van de status quo. Deze voorvechters van een psychosomatische verklaring voor de verwoestende ME/cvs-symptomen hebben jarenlang beweerd dat hun standpunt ondersteund wordt door bewijs, maar ze weten duidelijk niet wat te doen als die bewering op onomstotelijke manier onderuit wordt gehaald.

Zo bevat een BBC-artikel over het NICE-debacle enkele lachwekkende uitspraken van de voorzitter van een van de koninklijke artsencolleges die tegen de nieuwe richtlijnen zijn. (Ondanks hun verheven namen zijn de koninklijke colleges gewoon handelsverenigingen die de belangen van de verschillende medische specialismen behartigen.) Dit zijn de opmerkingen van Dr. Andrew Goddard, voorzitter van het Royal College of Physicians, zoals gerapporteerd door de BBC:

“Wij waren zeer bezorgd dat de definitieve richtlijnen die door NICE werden voorgesteld, geen rekening hielden met onze uitgebreide opmerkingen op de ontwerpversie, vooral met betrekking tot behandelingen waarvan wij weten dat vele patiënten er aanzienlijke baat bij hebben gehad.”

“Er is bijvoorbeeld redelijk bewijs dat graduele oefentherapie helpt bij een groep patiënten met ME/cvs en, hoewel het niet zonder risico is, zijn onze deskundigen sterke voorstander van het blijvende gebruik ervan als een optie bij deze aandoening.”

“Evenzo zijn onze deskundigen sterke voorstander van gespecialiseerde geïndividualiseerde revalidatie voor patiënten met complexe revalidatiebehoeften.”

“Wij hopen dat NICE, door de definitieve publicatie van deze richtlijnen uit te stellen, het door ons ingediende bewijsmateriaal opnieuw zal overwegen en in hun definitieve publicatie zal verwerken.”

In het verleden was dit soort gebazel misschien voldoende geweest. Maar intussen is het bewijs voor de GET/CGT-benadering effectief ontmaskerd als van “zeer lage” of “lage” kwaliteit. Dr. Goddard lijkt rond de pot te draaien op zoek naar een geldig standpunt in het kader van deze nooit geziene publieke afstraffing. Laten we zijn verklaring eens ontleden.

Dr. Goddard geeft aan dat er “redelijk bewijs” is dat GET een subgroep van ME/cvs-patiënten “helpt”. Hoe wordt die subgroep gedefinieerd, en hoe wordt “hulp” gedefinieerd, en waarom verschilt deze bewering van eerdere verklaringen dat GET niet alleen “patiënten helpt, maar de ziekte daadwerkelijk kan genezen”? Heeft Dr. Goddard dit robuuste bewijs van succes bij NICE ingediend? Zo ja, dan interpreteerde NICE de informatie blijkbaar anders.

Dr. Goddard erkent ook dat GET “niet zonder risico” is. Dit lijkt een nieuwe bekentenis uit deze hoek te zijn, aangezien de standaardlijn altijd is geweest dat GET zowel veilig als effectief zou zijn. Kan Dr. Goddard op voorhand bepalen welke patiënten risico lopen op schade? Zo niet, hoe worden patiënten die risico lopen op schade, dan beschermd tegen daadwerkelijke schade?

Het feit dat de “deskundigen” die Dr. Goddard meermaals vernoemt, het “heel erg” oneens zijn met de conclusie van NICE, betekent niet dat hun mening voorrang moet krijgen – vooral niet als er geen betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek is om hun beweringen te staven. Waar is bijvoorbeeld het bewijs dat ME/cvs-patiënten voordeel kunnen halen uit wat Dr. Goddard “gespecialiseerde geïndividualiseerde revalidatie” noemt?

Het is vermeldenswaard dat dezelfde groep “deskundigen” steeds opnieuw soortgelijke dingen herhaalt over langdurige COVID. Maar hoe weten deze mensen wat ze beweren te weten? Als Dr. Goddard het heeft over behandelingen waarvan “we weten dat veel patiënten er aanzienlijke baat bij hebben gehad”, dan heeft hij het misschien over zijn eigen persoonlijke waarnemingen en die van zijn medische collega’s – of beter gezegd, hun interpretaties van hun waarnemingen. Natuurlijk is de hele bedoeling achter het beoordelen van wetenschappelijk onderzoek en het ontwikkelen van klinische richtlijnen, dat de patiëntenzorg kan ontsnappen aan het juk van de anekdotische verhalen van artsen over wat zij geloven dat wel en niet werkt. Vroeger vond men ook dat aderlatingen effectief waren.

**********

The Times zet de toon in nauwkeurige berichtgeving

Al jaren belasteren leden van deze grote groep van misleide deskundigen patiënten die bezwaar maken tegen hun wetenschap en hun behandelingen. En zij werden daarin gewillig bijgestaan door het Britse perskorps, dat in het verleden massaal door de knieën ging voor de antipatiëntenpropaganda, verspreid door het Science Media Centre en anderen die op dit gebied werkzaam zijn.

Daarentegen is The Times misschien wel de meest geloofwaardige mainstream Britse bron geworden, dankzij de zorgvuldige berichtgeving van wetenschapsredacteur Tom Whipple en, recenter nog, senior schrijver Sean O’Neill. In tegenstelling tot hun collega’s bij andere nieuwsorganisaties, hebben deze twee mannen geluisterd naar patiënten en naar anderen die een nauwkeurig tegenwicht bieden aan het psychosomatische verhaal. Drie jaar geleden schreef Whipple een verhaal over de open brief van Virology Blog aan The Lancet die de “onaanvaardbare methodologische fouten” van de PACE-studie afkeurde en werd ondertekend door meer dan 100 experts, tien parlementsleden en tientallen patiëntenorganisaties. Waarschijnlijk hebben veel mensen die nog nooit van Virology Blog hebben gehoord, wel de kop van dat artikel gezien – “Lancetbrief roept op tot herziening van ‘gebrekkig’ ME-onderzoek”.

Pas geleden verzette O’Neill zich, bij zijn rapportage over de NICE-saga, tegen de publieke onjuiste voorstellingen van gebeurtenissen. Vorige week werd in een nieuwsartikel in BMJ, nadat bekend was geworden dat drie commissieleden waren afgetreden, gesuggereerd dat de NICE-commissie overmatig was beïnvloed door patiënten en dat de goedgekeurde richtlijnen niet in overeenstemming waren met het bewijsmateriaal. O’Neill heeft de BMJ-beweringen de volgende dag in een artikel op feiten gecontroleerd. Dit zijn de relevante paragrafen:

“De BMJ, die het ontslag voor het eerst rapporteerde, zei dat er ‘een ongewoon hoog aantal patiëntenvertegenwoordigers [in de NICE-commissie] zetelde die suggesties deden die ertoe hebben geleid dat er meer gewicht werd gehecht aan de mening van de patiënt dan aan gepubliceerd wetenschappelijk bewijs.’

Maar slechts vijf van de 21 commissieleden waren patiëntenvertegenwoordigers, en het lange ontwerprapport toonde aan dat klinisch onderzoek waarin het gebruik van oefentherapie en CGT wordt aanbevolen, intensief is beoordeeld en als van ‘lage’ of ‘zeer lage’ kwaliteit werd bevonden…”

(Donderdag publiceerde The Times ook dit stuk van O’Neill over verbanden tussen ME/cvs en langdurige COVID.)

Gezien de impasse omtrent de ME/cvs-richtlijnen, zullen de leidinggevenden van NICE en de hoge piefen van de koninklijke colleges wellicht in een dramatische confrontatie allerlei dingen uit de kast halen. Welke beslissing er ook wordt genomen, ze zal worden onderworpen aan rechterlijke toetsing. Maar NICE heeft na een intensief en langdurig proces al gedocumenteerd dat het bewijs voor de standaardbehandelingen niet bestand is tegen toetsing. Als het agentschap terugtrekt en zijn definitieve ME/cvs-aanbevelingen afzwakt vanwege tegenkanting van campagnevoerders en diepgewortelde medische belangen, dan zal het zijn eigen geloofwaardigheid als onafhankelijke scheidsrechter van medische informatie kapot maken.


© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.



Trial by Error: Terwijl NICE draalt, publiceren Amerikaanse specialisten nieuwe klinische richtlijnen voor ME/cvs

David Tuller, DrPH, Virology Blog, 1 september 2021.

Twee weken geleden kondigde NICE abrupt aan dat het de publicatie van zijn nieuwe ME/cvs-richtlijnen op pauze zet – een stap die er kwam door felle tegenstand van belangrijke leden van de ideologische GET/CGT-brigade in het Britse medische gevestigde orde. Vorige week publiceerde Mayo Clinic Proceedings, een bekend vakblad, een andere reeks ME/cvs-richtlijnen die – net als het niet-gepubliceerde NICE-document – ​​specifiek adviseert tegen de traditionele GET/CGT-aanpak.

Het artikel, ontwikkeld door een groep specialisten die bekend staat als de US ME/CFS Clinician Coalition, heet “Myalgische Encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom: Essentiële Aspecten van Diagnose en Aanpak.” De clinici maken duidelijk dat geen enkele behandeling curatief is gebleken. In plaats daarvan richten ze zich op advies voor het omgaan met en het behandelen van symptomen zoals orthostatische intolerantie, cognitieve stoornissen, pijn en slaapstoornissen. Dat het artikel verschijnt in een blad dat is aangesloten bij de Mayo Clinic, is zeker ironisch. De Mayo Clinic is behoorlijk hardnekkig geweest in het aanbieden van GET/CGT-achtige revalidatiebenaderingen voor ME/cvs, ondanks jarenlang protest van patiënten. Ik hoop dat Mayo-patiënten in de toekomst een kopie van dit artikel meenemen naar hun afspraak.

De richtlijnen richten zich voornamelijk op de criteria voor de ziekte die in 2015 zijn vastgesteld door de National Academy of Medicine (vroeger het Institute of Medicine), maar vermelden ook dat veel clinici voorstander zijn van zowel de Canadese Consensuscriteria voor ME/cvs uit 2003 als de opvolger daarvan, de Internationale Consensuscriteria voor ME uit 2011. Dr. Lucinda Bateman, een ME/cvs-specialist uit Salt Lake City, nam de richtlijnen door in een video die op YouTube werd geplaatst.

Medisch journalist Miriam Tucker deed haar gebruikelijke uitstekende werk door de publicatie van de richtlijnen te bespreken in een artikel voor Medscape, dus lees haar stuk voor meer details. “Er zijn dingen die clinici op dit moment kunnen doen om patiënten te helpen, zelfs zonder een ziektemodificerende behandeling”, vertelde coauteur Lily Chu, een arts en mede-vicepresident van de International Association for CFS/ME, aan Tucker. “Dit zijn handelingen die ze al kennen en uitvoeren voor mensen met andere chronische ziekten, die vaak ook beperkte behandelmogelijkheden hebben. Onderschat het belang en de waarde van ondersteunende zorg voor patiënten niet.”

De auteurs erkennen dat richtlijnen voor ME/cvs extra betekenis hebben gekregen nu er een golf is van patiënten die langdurige symptomen melden na een acute aanval van COVID-19. “Er zijn veel stappen die clinici kunnen nemen om de gezondheid, functie en kwaliteit van leven van mensen met ME/cvs te verbeteren, inclusief diegenen bij wie ME/cvs zich ontwikkelt na COVID-19”, schrijven ze.

De richtlijnen praten ook openlijk over de voormalige zorgstandaard van GET en CGT, apart of in combinatie. Zoals de krant opmerkt, “hebben de Verenigde Staten en andere regeringen evenals grote gezondheidsorganisaties onlangs graduele oefentherapie en cognitieve gedragstherapie ingetrokken als voorkeursbehandeling voor patiënten met ME/cvs.”

Deze richtlijnen weerspiegelen de klinische ervaring van de meest toonaangevende Amerikaanse artsen in het veld. Dit soort consensusvisies zijn natuurlijk onderhevig aan de vooringenomenheid van diegenen die meewerken aan de consensus. En eerlijkheidshalve moeten we ook opmerken dat, in een veld met zoveel niet-sluitende gegevens en zoveel slecht onderzoek vanwege de GET/CGT-promotoren, het moeilijk is om iets met zekerheid te zeggen. De richtlijnen erkennen openlijk de beperkingen van het wetenschappelijk onderzoek en ontmoedigen beweringen over werkzaamheid die niet steunen op bewijs.

Daarentegen blijven de machthebbers in Groot-Brittannië de GET/CGT-benadering hypen, zoals blijkt uit hun pogingen om de nieuwe NICE-publicatie te doen ontsporen. Laten we hopen dat ze niet slagen in die poging en dat NICE de moed vindt om weerwerk te bieden tegen deze anti-wetenschappelijke fanatiekelingen.

© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.





Lees ook

 

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
26
27
28
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
Recente Links