Bron:

| 5369 x gelezen

David Tuller, DrPH, Virology Blog, 2 juli 2018

Update: Lucibee heeft gedaan wat ik te lastig vond. Dit is haar geannoteerde versie van Professor Sharpes verklaring: https://lucibee.wordpress.com/2018/07/02/sharpes-briefing-on-the-so-called-pace-trial-for-the-21-june-2018-westminster-hall-debate/

**********

Vóór de hoorzitting vorige maand [in juni, n.v.d.r.] in Westminster Hall, stuurde Professor Michael Sharpe volgende briefingnota naar Parlementslid Carol Monaghan. Iedereen die de details van het PACE-schandaal kent, ziet meteen dat het document vol staat van halve waarheden, onwaarheden, verdraaiingen en absurde argumenten. Het herhaalt het soort irrelevante antwoorden en non-antwoorden die de PACE-onderzoekers en hun verdedigers al zo vaak gaven – en merkwaardig genoeg kwamen ze er nog mee weg ook, of tenminste toch tot een paar jaar geleden.

Ik zou deze briefingnota makkelijk punt per punt kunnen weerleggen, net zoals ik deed met de argumenten die de PACE-onderzoekers opwierpen na de publicatie van mijn 15.000 woorden tellende onderzoek, maar ik ga me deze keer die moeite niet nemen. Het is energieverspilling. Het momentum is duidelijk: het PACE-tijdperk komt langzaamaan verdiend aan zijn einde. Behalve dan de steeds kleiner wordende gelederen van de ideologische CGT/GET-brigades, neemt niemand in dit veld Professor Sharpes beweringen nog voor waar aan. Arme stakker! Hij lijkt gewoonweg niet in staat te zijn om de nieuwe realiteit te erkennen of onder ogen te zien. Hij heeft het er zeker en vast moeilijk mee.

**********

BRIEFING OVER DE PACE-TRIAL VOOR HET DEBAT “BEHANDELING VAN EN ONDERZOEK NAAR MYALGISCHE ENCEFALOMYELITIS”

WESTMINSTER HALL – 21 JUNI 2018

Wij schrijven als clinici en onderzoekers om enkele wetenschappelijke bewijspunten toe te lichten.

Samen opgeteld hebben wij vele decennia klinische en onderzoekservaring met als doel mensen te helpen met Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS), ook Myalgische Encefalomyelitis (ME) genaamd.

We willen duidelijk stellen dat we alle soorten onderzoek ondersteunen die het begrip en de behandeling van de aandoening verbeteren.

Hoewel de campagne die gevoerd wordt om aandacht te vestigen op het lot van deze individuen een goede zaak is, zijn er ook veel inhoudelijke misverstanden en onjuiste berichten in omloop over een deel van het onderzoek dat uitgevoerd werd om patiënten met deze aandoening te helpen.

Wij schrijven specifiek over de zogenaamde PACE-studie, waarvan we begrepen hebben dat die waarschijnlijk besproken zal worden tijdens het debat. Wij maakten deel uit van het grotere team dat die studie heeft uitgevoerd.

We verduidelijken wat de PACE-studie was en weerleggen vele over deze studie gemaakte aantijgingen.

WAT WAS DE PACE-STUDIE?

  • De PACE-studie was een grote klinische studie met 600 patiënten die voornamelijk gefinancierd werd door het Medical Research Council en in 2011 haar belangrijkste bevindingen publiceerde in The Lancet.
  • De studie poogde vier verschillende manieren te vergelijken om CVS-patiënten te behandelen. Een aanzienlijk deel van de deelnemers voldeed ook aan één definitie van ME.
  • De behandelingen waren:
  1. Specialistische geneeskundige zorg, bestaande uit consultaties met een betrokken ziekenhuisdokter ([Standard Medical Care of] SMC)
  2. Adaptieve Pacingtherapie, waarbij een therapeut hielp om energie te beheren en te leven binnen de grenzen (APT)
  3. Cognitieve Gedragstherapie, waarbij een therapeut een psychologische behandeling uitvoerde om patiënten te helpen verkennen of hun angsten omtrent verergerende symptomen door meer activiteit buitensporig waren (CGT).
  4. Graduele Oefentherapie, waarschijnlijk beter Graduele Activeringstherapie genoemd, hield in dat men een therapeut bezocht voor coöperatieve en graduele toename van activiteit (GET)
  • De bevindingen van de studie waren duidelijk. CGT en GET waren beter dan APT en SMC in het verbeteren van zowel vermoeidheid als fysiek functioneren, een jaar na aanvang van de studie. De verschillen waren klinisch significant, maar bescheiden in omvang (zie grafieken in bijgevoegde paper uit The Lancet).
  • De studie keek heel zorgvuldig naar schade en vond geen buitensporige schade door de revaliderende behandelingen (CGT en GET).
  • Secundaire studiepapers rapporteerden dat een redelijk groter aantal patiënten beschouwd kon worden als “hersteld” door CGT en GET dan door de andere behandelingen. Hoewel er geen overeengekomen definitie is van herstel, waren de cijfers die wij rapporteerden ongeveer 20% met CGT en GET, en ongeveer 8% in de andere omstandigheden. Deze cijfers zijn consistent met andere rapporteringen.
  • We vonden ook dat als mensen die CGT en GET hadden gedaan, opgevolgd werden 18 maanden na de studie beëindigd was, de voordelen in fysiek functioneren en vermoeidheid die ze rapporteerden op 12 maanden behouden bleven.

VALSE AANTIJGINGEN OVER DE STUDIE

Er zijn vele valse aantijgingen gemaakt over dit onderzoek door activistengroepen en een klein aantal aanverwante academici. Het aantal aantijgingen is zeer groot en verandert doorheen de tijd. De belangrijksten zijn hieronder opgelijst, samen met onze reacties. We verschaffen u graag meer informatie om deze verklaringen te onderbouwen, als u dat wenst.

De studiebevindingen dat CGT en GET beter zijn dan APT en standaard geneeskundige zorg is fout omdat het door patiënten beoordeelde uitkomsten gebruikte.

  • Door patiënten beoordeelde uitkomsten zijn het belangrijkst voor patiënten. Vooringenomenheid in door patiënten beoordeelde uitkomsten houden een risico in als patiënten vinden dat ze meer aandacht krijgen van of meer geloof hebben in de ene behandeling dan een andere. Dit is een probleem dat intrinsiek verbonden is aan alle studies over therapieën waarbij patiënten zich bewust moeten zijn van een aandoening, die gedefinieerd wordt in subjectieve termen, zoals pijn, vermoeidheid of depressie.
  • In PACE werden CGT en GET echter als doeltreffender bevonden dan APT, wat gelijkaardige therapeutische contacturen had en waar deelnemers even veel, of zelfs meer, geloof in hadden. Deze bevinding maakt vooringenomenheid van deelnemers onwaarschijnlijk als verklaring voor de verschillen die gevonden werden tussen deze behandelingen.

De onderzoekers veranderden de studieresultaten zodat CGT en GET er beter uit kwamen.

  • We gebruikten de oorspronkelijk geregistreerde primaire uitkomsten om de studiebevindingen te rapporteren. Er was geen ‘uitkomstenverwisseling’.
  • De exacte manier waarop de uitkomsten werden gebruikt in de analyse, gebeurde anders dan in het aanvankelijke protocol, als gevolg van statistisch advies. Het is belangrijk om weten dat dit gebeurde voordat naar de data werd gekeken en dat het goedgekeurd werd door het Stuurcomité van de Studie.
  • Andere analysemethoden van de relatieve effecten van de behandelingen komen tot gelijkaardige bevindingen.

Het aantal patiënten dat werd beschouwd als hersteld, werd opgekrikt en was niet beter met CGT en GET dan met de andere behandelingen.

  • We erkennen dat de definitie van herstel, vooral bij beperkte data (zoals in een studie), omstreden is.
  • We hebben een secundaire paper gepubliceerd waarin we verschillende definities van herstel verkenden en we vonden dat twee maal zo veel mensen als hersteld konden worden beschouwd met CGT en GET (ongeveer 20%) dan met APT en SMC (ongeveer 10%).
  • Hoewel we willen aanvaarden dat vele definities van herstel mogelijk zijn, en dat deze het absolute percentage zullen veranderen van diegenen die beschouwd worden als hersteld in elke groep, blijft het relatieve effect van de behandelingen hetzelfde.
  • Onze voorkeursdefinitie van herstel brengt cijfers voort die gelijken op de cijfers uit de onderzoeksliteratuur.
  • De aantijging dat mensen hersteld zouden kunnen zijn bij het begin van de studie is nonsens.

De studie was frauduleus of op een of andere manier beïnvloed door het DWP [Departement voor Werk en Pensioenen; uitkeringsinstelling van de Britse overheid, n.v.d.r.] of de verzekeringssector.

  • Het DWP droeg een klein som bij aan de totale kost (minder dan 5%) via het MRC [Medical Research Council, Brits coördinerend overheidsorgaan voor financiering van medisch wetenschappelijk onderzoek, n.v.d.r.] als onderdeel van een toen populaire cofinancieringsovereenkomst. Het DWP had geen invloed op de analyse van het studieontwerp of de studiepresentatie.
  • Verschillende onderzoekers hadden kleine onafhankelijke consultingopdrachten uitgevoerd voor verzekeringsmaatschappijen, maar dit was niet relevant voor de studie. De verzekeringsmaatschappijen speelden geen rol in de studie.
  • De studie werd uitgevoerd in overeenstemming met MRC-standaarden met een algemeen Stuurcomité voor de Studie en een Comité voor Datatoezicht en onafhankelijke statistici.
  • Het is moeilijk denkbaar hoe iemand de resultaten had kunnen beïnvloeden of fraude had kunnen plegen.

De PACE-auteurs weigerden studiedata te delen of hielden ze achter.

  • De data van de PACE-trial zijn gedeeld met een aantal andere wetenschappers, waaronder een groep van Cochrane.
  • De studiedata werden niet met het grote publiek gedeeld, omdat we geen toelating hadden van de deelnemers om dit te doen. Queen Mary University London, de financierder van de studie, weigerde daarom de data publiekelijk te maken ondanks tientallen aanvragen in het kader van Vrijheid van Informatie. De meesten van die weigeringen werden toegestaan, maar in één geval droeg de rechtbank van Vrijheid van Informatie op om een deel van de studiedata vrij te geven.
  • Deze vrijgegeven data werden gebruikt om de studieresultaten te “heranalyseren”, en er werd beweerd dat de gepubliceerde resultaten misleidend waren. De heranalyse is gebrekkig en misleidend.

De PACE-studie wordt algemeen beschouwd als gebrekkig en komt daarom in diskrediet.

  • Er werden zeer lange kritieken geschreven die beweren dat de studie een massa gebreken telt. Zo zijn er enkele citaten van wetenschappers, maar geen enkele van hen is expert in klinische studies.
  • Het is belangrijk op te merken dat experts in klinische studies, waaronder velen van de peerreviewers van de paper toen die werd gepubliceerd in The Lancet, geen gebreken in de studie vonden. Het wordt daadwerkelijk beschouwd als een hoogkwalitatieve studie.

WAAROM IS ER KRITIEK?

  • Men kan zich de vraag stellen waarom mensen zo fervent op zoek gaan naar fouten in een degelijke studie die zo lang geleden (2011) gepubliceerd werd. Wij denken dat dit, deels, komt door een misvatting.
  • De bevinding dat CGT en GET helpen, heeft sommige mensen doen denken dat de studie een ongewenste stelling bewijst, nl. dat “ME een psychologische aandoening is”. Het is niet enkel zo dat een behandelingsstudie zoiets niet bewijst, maar de paper zegt ook expliciet dat dit niet het geval is.
  • Een andere reden is dat patiënten die CGT en GET buiten de studie krijgen, vaak melden dat het nutteloos en zelfs schadelijk is. Dit is een interessante en zorgwekkende observatie die waarschijnlijk verklaard kan worden door het feit dat de behandeling aan mensen gegeven wordt op een andere manier dan in de studie, of niet op de juiste manier.
  • Deze bedenkingen, of ze nu gerechtvaardigd zijn of niet, betekenen echter niet de studie op zich gebrekkig of frauduleus is.

ZIJN ANDEREN TOT GELIJKAARDIGE BEVINDINGEN GEKOMEN?

  • Het is belangrijk op te merken dat de PACE-studie niet de enige is in haar soort. Er zijn een aantal studies van verschillende universiteiten en verschillende landen die tot gelijkaardige bevindingen zijn gekomen.
  • De wetenschap staat of valt bij replicatie, en de resultaten zijn meermaals gerepliceerd.

CONCLUSIES

  • De PACE-studie en andere gelijkaardige studies vinden bescheiden betere uitkomsten met CGT en GET dan met SMC of APT. Het bewijs voor CGT en GET is solide. Deze behandelingen zijn niet algemeen genezend, maar helpen wel vele mensen.
  • De PACE-studie toont niet aan dat CVS of ME psychische ziektes zijn en suggereren niet dat biomedische factoren niet belangrijk zijn voor ME, en bovendien zegt het niet dat meer onderzoek naar biomedische factoren niet nodig is.
  • De gerapporteerde ongewenste bijwerkingen van GET en CGT, bij gebruik in routinematige zorg, moeten onderzocht worden. Het zou kunnen dat ze getuigen van een foute diagnose of een slechte uitvoering van de behandelingen.
  • Het is erg jammer dat vijandigheid tegenover zulke behandelingen en aanverwante misvattingen ertoe geleid hebben dat activistische patiëntengroeperingen (niet patiënten in het algemeen) deze behandelingen van de hand wijzen, en de wetenschap die ze ondersteunt in diskrediet proberen te brengen.

REFERENTIES

White PD, Goldsmith KA, Johnson AL et al. Comparison of adaptive pacing therapy, cognitive behaviour therapy, graded exercise therapy, and specialist medical care for chronic fatigue syndrome (PACE): a randomised trial. [ Vergelijking van adaptieve pacingtherapie, cognitieve gedragstherapie, graduele oefentherapie en standaard specialistisch medische zorg voor chronisch vermoeidheidssyndroom (PACE): een gerandomiseerd onderzoek. ] Lancet 2011; 377: 823-36. (In bijlage)

Michael Sharpe, Professor Psychologische Geneeskunde, University of Oxford in naam van de onderzoekers van de PACE-studie. 13/06/’18

© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.


Lees ook

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
1
2
3
4
Recente Links