Bron:

| 3988 x gelezen

Cort Johnson, Health Rising, 16 mei 2017

Zaher Nahles achtergrond in energieproductie lijkt hem goed van dienst te zijn geweest

De laatste van de drie blogs over het Solve ME/CFS Initiative (SMCI) richt zich op de hoofdmissie van het SMCI – het financieren van onderzoek dat een verschil maakt bij ME/cvs).

Toevallige ontdekkingen kunnen een grote rol spelen in onderzoek en dit kan ook het geval zijn bij het SMCI. Carol Head dacht dat ze het complete pakket had met Nahle: zijn sterke onderzoeksachtergrond en bestuurlijke en communicatievaardigheden lijken hem de baan te hebben bezorgd. Nahle heeft wat een ideaal cv lijkt voor iemand die belast is met toezicht houden op een onderzoek bij een non-profit als het SMCI.

Of Carol Head dit nu in overweging heeft genomen of niet, het specifieke onderzoek van Nahle maakt hem potentieel een belangrijke aanwinst. Als de energieproductie echt het probleem is bij ME/cvs, dan is Nahle goed toegerust om dit te onderzoeken en te begrijpen. Nahles eerdere diabetesonderzoek richtte zich zelfs op een paar van dezelfde energetische problemen (pyruvaat dehydrogenase) waarvan studies suggereren dat ME/cvs ermee van doen heeft.

Nahle heeft het creatieve maar langzamer vorderende onderzoeksprogramma van het SMCI op steroïden gezet. Nu financiert het SMCI in plaats van verschillende grotere projecten elke drie of vier jaar, nu jaarlijks vier of vijf kleinere projecten en verschillende onderzoeks“initiatieven”. De projecten zijn kleiner (10-20 mensen) en zullen daarom minder data verschaffen, maar ze geven Nahle de gelegenheid om snel opkomende aanwijzingen na te jagen of om zich snel te kunnen richten op aanwijzingen die komen opduiken in ME/cvs-onderzoek.

De awards van 2016 toonden dat hij daarin echt handig is. Merk een sterk thema op dat boven komt: het bepalen op welke manier energieproblemen het immuunsysteem verpesten bij ME/cvs. De tijd zal leren of Nahle de juiste richting is ingeslagen, maar voor nu lijkt hij een aantal tijdige keuzes voor financiering te hebben gemaakt.

De Melvin Ramsay Awards 2016

Jouw hersenen in brand?



Yarred Younger hoopt te weten te komen of inflammatie [ontsteking] in de hersenen van ME/cvs-patiënten hen een beetje warmer maakt dan normaal

Hoe kan je niet houden van, bijvoorbeeld, de keuze van Nahle om Yarred Youngers inspanning om magnetische resonantie spectroscopie te gebruiken te financieren – een apparaat dat we bijna overal bij ME/cvs zien – dat is aangepast om een thermisch element toe te voegen, dat thermometrie wordt genoemd)(MRSt). Younger zal zijn MRSt apparaat gebruiken om te bepalen of er neuro-inflammatie aanwezig is in de hersenen van ME/cvs-patiënten, en als dat zo is, waar dit dan is en hoeveel ervan aanwezig is.

Neuro-inflammatie is natuurlijk van extreem groot belang geweest bij ME/cvs sinds een Japanse paper, die een paar jaar geleden uitkwam, aantoonde dat het aanwezig was. Youngers project – dat uniek is in het gebruiken van een niet-invasieve techniek (geen straling of kleurstoffen nodig) – om de hoeveelheid neuro-inflammatie te onderzoeken door het meten van de temperatuur van de hersenen – schreeuwde erom gefinancierd te worden. Een pluim voor het SMCI dat zij dit hebben gedaan.

Als bonus zal het project data verzamelen over verschillende vermoedelijke markers van neuro-inflammatie, waaronder myo-inositol, glutathion, lactaat en choline, die Younger en het SMCI beschikbaar zullen maken voor de grotere onderzoeksgemeenschap.

B-cellen in ME/cvs brekend onder de last? (Metabolische analyse van B-celrijping bij Myalgische Encefalomyelitis/ chronische vermoeidheidssyndroom)

Als wij denken aan B-cellen, denken we automatisch aan Rituximab, maar Nahle maakte ook duidelijk dat vele virussen, waaronder EBV, zich in B-cellen bevinden en zij zijn natuurlijk ook belangrijke spelers in auto-immuniteit. Het blijkt dat B-cellen hun metabolisme immens moeten versnellen als ze in antilichaamproducerende cellen veranderen. Zouden de problemen met energieproductie het vermogen van de B-cel om op snelheid te komen kunnen verstoren? Deze studie, door ME/cvs-onderzoekers uit London en Chris Armstrong uit Australië, zal naar het schijnt de mitochondriën van B-cellen bij ME/cvs-patiënten bestuderen, terwijl de cellen rijpen tot antilichaamproducerende machines.

Een onderbreking in de actie aldaar – een onvermogen om de energie te produceren die nodig is op dat vitale moment – zou kunnen helpen uitleggen waarom de B-cellen niet goed werken bij ME/cvs (en waarom Rituximab wel goed werkt).

Naturalkillercellen (NK-cellen) te vermoeid om te doden? (De Bio-energetische Gezondheidsindex van NK-cellen als een diagnostisch middel voor ME/cvs ).

De studie van Isabel Barao-Silvestre zou ons kunnen zeggen of de NK-cellen te vermoeid zijn om veel te kunnen doden.

Verminderde cytotoxiciteit van NK-cellen wordt al tientallen jaren gevonden bij ME/cvs, maar niemand weet tot op heden waarom het daar is. Isabel Barao-Silvestre suggereert dat de NK-cellen bij mensen met ME/cvs juist te uitgeput zijn om erop uit te gaan en virussen en infecties te doden die ME/cvs-patiënten tarten. Deze uitgeputte NK-cellen kunnen simpelweg de reactivaties van herpesvirussen niet bijhouden die sommige mensen met ME/cvs plagen. Barao maakt gebruik van een spannende nieuwe technologie om een “Bio-energetische Gezondheidsindex” van de verschillende NK-celtypes bij ME/cvs te creëren. Die technologie zal opsporen hoe goed NK-cellen vetten en koolhydraten in energie omzetten.

Het vinden van problemen met het gebruik van koolhydraten bij NK-cellen zou de bevindingen steunen van metabolomische studies en de mitochondriale studie aan Stanford, en, uiteraard, leiden naar een nieuw focus op het vinden van een manier om NK-cellen meer energie te geven.

Leggen HHV-6 infecties de energie om van ME/cvs-patiënten? (Door HHV-6 gemedieerde mitochondriale modulatie en zijn verband met ME/cvs)

Na een lange periode waarin HHV-6-infectie niet vaak werd besproken bij ME/cvs, vertoont de microbe weer leven. Tijdens de laatste IACFS/ME conferentie liet Nancy Klimas (ongepubliceerd) zien dat indicatoren van HHV-6-activatie gecorreleerd zijn met de ernst van de symptomen bij ME/cvs. Nu, met behulp van hun laboratoriumbevindingen waaruit blijkt dat HHV-6 de mitochondriale functie kan beïnvloeden, zal Bhupesh Prusty bepalen op welke manier dit gebeurt en hoe vaak het gebeurt bij ME/cvs. Als blijkt dat dit alomtegenwoordige pathogeen – dat bij bijna iedereen wordt aangetroffen – de energie van de cel ondermijnt – zou dat, uiteraard, echt iets zijn.

Een genetische aanleg voor auto-immuniteit?

Carmen Scheibenbogen en Madlen Lobel toonden onlangs aan dat autoantilichamen bij een subgroep van ME/cvs wellicht twee celreceptoren aanvallen, waarvan Fluge en Mella hebben verondersteld dat zij een rol spelen bij ME/cvs. Deze studie zal bepalen of ME/cvs-patiënten een genetische zwakte hebben die toestaat dat dit gebeurt. Als het onderzoek succesvol is, zou het kunnen helpen ons te vertellen waarom Rituximab werkt bij een aantal patiënten en waarom ME/cvs-patiënten problemen lijken te hebben met de bloedsomloop.

***********

Het initiatief nemen

Naast het financieren van volledige onderzoeksprojecten, financiert het SMCI ook hetgeen ze “gerichte initiatieven” noemt, die een soortgelijke focus hebben op de interactie tussen het metabolisme, de energieproductie en het immuunsysteem bij ME/cvs.

Het initiatief m.b.t. metabolomica / bio-energetica – bij dit initiatief waarbij Dr. Hanson, Dr. Levine en Metabolon betrokken zijn – nam het SMCI de darmmonsters van Dr. Hansons reeds gepubliceerde studie naar het darmmicrobioom en gaf deze een training in metabolomische uitwerking.

De darm is, omdat het de oorsprong is van zo veel metabolieten, overduidelijk een geweldige plaats om een studie naar het metaboloom te doen. Als ik dit initiatief correct heb begrepen, zal deze studie helpen ons te vertellen welke rol de darmen spelen in de metabolomische problemen die voorkomen bij ME/cvs. Nahle zei dat de testfase afgerond is en dat de analyse – die verschillende maanden in beslag zal nemen – aan de gang is.

Twee andere zwakkere (niet-statistisch significante) pilootprojecten in deze poging zullen kijken naar tweelingen met en zonder ME/cvs en op die manier de eerste kleine pilootstudie naar het metaboloom uitvoeren die voor en na een inspanning wordt gedaan. (Hopelijk zijn meer van dat soort studies onderweg).

Het cellulair verouderingsproject : Immuuncelveroudering en energetica – Je ouder voelen dan je jaren? Misschien verouderen jouw cellen sneller dan zij zouden moeten.

Celveroudering is iets nieuws dat Zaher in het ME/cvs-veld brengt. Cellulaire veroudering verwijst naar hoe snel cellen biologisch verouderen, en hoe de cellulaire omzetting hun cellulaire energetica en functioneren beïnvloedt.

Blijkbaar kan toegenomen celveroudering; d.w.z. een snellere omzetting van cellen dan normaal, worden uitgelokt door een aantal factoren (problemen met telomeren, oncogene activatie bij kanker, oxidatieve stress en biologische stressoren), die allemaal, zo denkt Nahle, aanwezig zouden kunnen zijn bij ME/cvs, wat dysautonomie, verzwakking van spieren en neurologische problemen veroorzaakt. Dit project, dat plaatsvindt aan de Washington University in St. Louis, zal celveroudering bij ME/cvs onderzoeken.

Dit langlopende project zal zien hoeveel medicijnen de immuuncellen bij ME/cvs beïnvloeden

Een medicijn voor ME/cvs? Het Drug Screening Project van SMCI vindt plaats bij niemand anders dan het gerenommeerde Memorial Sloan Kettering Cancer Center. Het doel op de lange termijn is om de immuuncellen van ME/cvs-patiënten te onderwerpen aan duizenden medicijnen om te zien welke hun cellulaire bio-energetica en ATP-productie beïnvloeden. Als de cellulaire energieproductie het grote probleem is bij ME/cvs, zou dit project ver kunnen komen in het identificeren van medicijnen – waarschijnlijk medicijnen waarvan we nooit hadden vermoed – dat die nuttig zouden kunnen zijn bij ME/cvs.

Metabolische spierafbraak: Diagnostiek en metabolisme – een door Cathleen K. Gleason gefinancierd project – Het verhaal van Cathleen Gleason is een typisch naar verhaal. Afgestudeerd aan de Universiteit in Counseling Psychologie, werkte Cathleen fulltime aan de Universiteit van Vermont tot een bepaalde noodlottige dag in 1999, toen zij een eenvoudige maar levensveranderende vergissing maakte: ze knuffelde een student met de ziekte van Pfeiffer en werd zelf ziek. Ze is nooit hersteld, en bijna 20 jaar later blijft zij nog steeds gehandicapt.

Haar echtgenoot, Dr. Maughn, een specialist in spierziekten die overloopt van ideeën, woont regelmatig de IACFS/ME-conferentie bij. Hun zoon en zijn vrouw creëerden afgelopen jaar het Cathleen J Gleason PhD fonds bij het SMCI om ME/cvs-onderzoek te ondersteunen. Hun eerste project is een project m.b.v. magnetische resonantie spectroscopie (MRS) om spiermetabolieten te meten bij ME/cvs-patiënten voor en na een vermoeiende inspanning. De eerste patiënt die werd getest, was een voltreffer. Ongebruikelijke metabolieten die in verband worden gebracht met energieproductie, suggereerden dat hij veel oxidatieve stress ervaarde – in het bijzonder na inspanning. Over potentieel tot de kern van het inspanningsprobleem komen gesproken.

Registreren voor actie: de biobank en patiëntenregistratie

Momenteel schreef Nahle drie onderzoeksprojecten in bij de biobank – een studie op zoek naar de ontdekking van een biomarker, een studie over auto-immuniteit en een studie over methylering.



Het is gewenst en nodig en gebeurt dankzij het SCMI – Een nationale patiëntenregistratie voor ME/cvs

Ten slotte: een nationale registratie voor ME/cvs – Nahle had eerder uitgelegd dat er weinig bekend is over de “natuurlijke geschiedenis” van ME/cvs – wie krijgt het, hoe verloopt het, welke ziekten staan ermee in verband, etc. Hij noemde de patiëntenregistratie van het SMCI een megaproject dat ontworpen is om ME/cvs op snelheid te brengen op een gebied dat van kritiek belang is en waar ME/cvs een inhaalslag te maken heeft.

Het SMCI kreeg een Robert Wood Johnson Foundation White Label PEER (platform for engaging everyone responsibly)-award om een internationale patiëntenregistratie te helpen bouwen om data te verkrijgen m.b.t. demografische, genetische, klinische en zelfs behandelingsresultaten (!). Mensen zullen in staat zijn hun eigen data toe te voegen, inclusief testresultaten, en zetten hun handtekening om de onderzoekers toestemming te geven om contact met hen op te nemen via een beveiligde website. Onderzoekers zouden in staat moeten zijn om makkelijk vragenlijsten te kunnen afnemen en deelnemers te vinden voor hun studies. Het zal een enorm ME/cvs-register zijn die hopelijk onderzoeksinspanningen naar deze ziekte op een geweldige manier zal vergemakkelijken.

Conclusie

Onderzoek is al geruime tijd een sterk punt van het SMCI geweest. Nu hij twee jaar het ambt heeft bekleed bij het SMCI, heeft Nahle verder gebouwd op dat sterke punt door een nieuwe handigheid bij hun onderzoeksinspanningen te voegen. In plaats van het jaarlijks financieren van 4 of 5 grote projecten financiert het SMCI momenteel 9 projecten, waarvan er vele zich richten op energieproductie, het immuunsysteem en infectie. Nahle zet veel in op de immuun-energie-kaart maar het lijkt een risico dat de moeite waard is om te nemen.

Melvin Ramsay was een van de eerste om te stellen dat ME/cvs een echte biologische ziekte is. Ik gok erop dat hij blij zou zijn met de prijzen die onder zijn naam worden toegekend.

Het vermogen van de organisatie om een van de vier organisaties te zijn die een subsidie binnenhalen om een internationaal patiëntenregister te produceren zou rendement kunnen opleveren door te helpen de natuurlijke geschiedenis van ME/cvs te verklaren, en door het versnellen van nieuwe onderzoeksinspanningen die efficiënter en goedkoper te werk gaan.

Lees ook deel I en II van het SMCI

Lees ook

© Health Rising. Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en tanto, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
Recente Links