Bron:

| 5547 x gelezen

ME Research UK, november 2015

© YouTube

Auteurs

Wilson RL, Paterson KB, Hutchinson CV

Instituut

College of Medicine, Biological Sciences and Psychology, University of Leicester, UK.

Samenvatting

Het doel van deze studie was om de gevoeligheid voor patroongerelateerde visuele stress bij myalgische encefalomyelitis / chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/cvs) te verklaren.

Een totaal van 20 ME/cvs-patiënten en 20 gematchte (leeftijd, geslacht) controlepersonen werd voor de studie geworven. Patroongerelateerde visuele stress werd bepaald door gebruik te maken van de Pattern Glare Test [nvdr. Patroonverblindingstest]. De deelnemers bekeken drie patronen, waarvan de ruimtelijke frequenties (SF) 0.3 (laag SF), 2.3 (midden SF), en 9.4 (hoog SF) cycli per graad (c/deg) waren. Zij rapporteerden het aantal vervormingen die zij ervoeren als zij elk patroon bekeken.

ME/cvs-patiënten vertoonden significant hogere “pattern glare” scores dan controlepersonen voor het midden-SF patroon. Verschillen in midden-hoog SF waren ook significant hoger bij patiënten dan bij controles. Deze bevindingen leveren bewijs van veranderde visuele perceptie bij ME/cvs. Patroongerelateerde visuele stress zou een identificeerbaar klinisch kenmerk van ME/cvs kunnen vertegenwoordigen dat nuttig zal blijken bij de diagnose. Er is echter meer onderzoek nodig om vast te stellen of deze symptomen ME/cvs-gerelateerde veranderingen in het functioneren van de sensorische neurale zenuwbanen weergeven.

Publicatie

Wilson RL, et al. Perception, 2015 Nov 3. http://pec.sagepub.com/content/44/12/1422  

Met dank

Dit werk werd door ME Research UK gefinancierd. We zijn erg veel dank verschuldigd aan onze deelnemers, vooral diegenen met ME/cvs, om hun tijd op te offeren om deel te nemen aan dit onderzoek.

Commentaar van ME Research UK

Problemen met ogen en visus komen voor bij ongeveer driekwart van de mensen met ME/cvs, echter worden deze symptomen zelden genoemd in de wetenschappelijke literatuur of in formele rapporten over de ziekte (zie het overzicht hieronder). Sinds 2012 hebben Dr. Claire Hutchinson en collega’s bij de Vision and Language Research Group aan de Universiteit van Leicester, gewerkt aan het identificeren en kwantificeren van visusgerelateerde problemen bij de ziekte. Het Leicesterprogramma kwam tot stand met financiering van ME Research UK en de Irish ME Trust; op dit moment heeft het geresulteerd in drie robuuste wetenschappelijke papers die een scala aan visuele beperkingen rapporteren. Deze hebben aangetoond, allereerst dat ME/cvs-patiënten slechter presteren dan gematchte controles op drie specifieke visusaspecten (lees rapport); ten tweede dat stoornissen in de oogbeweging een prominent kenmerk zijn van de ziekte (lees rapport); en ten derde dat visusgerelateerde symptomen (gevoeligheid voor helder licht; problemen met het focussen van het zicht en/of aandacht; en pijn aan de ogen) een significant klinisch kenmerk zijn, en dat zij ernstig of zeer ernstig zijn bij meer dan 30% van de patiënten (lees rapport).

In 2014 gaven we een aanvullende financiering aan het team (hieronder op de foto) om visueel ongemak tijdens het lezen te onderzoeken, een gewone activiteit die belangrijk is voor een optimale levenskwaliteit, maar die veel mensen met ME/CVS moeilijk vinden. Het eerste korte rapport uit dit project is onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Perception.



Dr. Claire Hutchinson, Rachel Wilson (MPhil student) en Dr. Kevin Paterson van de Universiteit van Leicester
© ME Research UK

De onderzoeksgroep richtte zich er op om te bepalen of ME/cvs-patiënten “patroongerelateerde stress” ervaren, een vorm van visuele overgevoeligheid voor patronen (zoals een pagina met woorden). Dit staat ook bekend als Meares-Irlen syndroom, naar de twee onderzoekers die voor het eerst een verband opmerkten tussen leesmoeilijkheden en de “schittering” van een witte pagina. Dergelijke visuele stress veroorzaakt typisch verstoringen van de print, waaronder prints die lijken te springen, tekstwervelingseffecten en letters die kunnen verdubbelen, vervagen of vertroebelen. Patroongerelateerde visuele stress wordt in verband gebracht met symptomen zoals moeite om te kunnen focussen, slechte dieptezicht, en aan lezen gerelateerde hoofdpijn die allemaal redelijk vaak lijken voor te komen bij ME/cvs. Een wetenschappelijk rapport uit Australië in 2014 toonde in feite aan dat mensen met ME/cvs significant meer visuele stressachtige symptomen hadden, zoals vervormingen van prints of een hekel hebben aan fel licht, dan gezonde vrijwilligers.

In het onderzoek van Leicester ondergingen deelnemers (20 ME/cvs-patiënten en 20 controles gematcht naar leeftijd en geslacht) de gestandaardiseerde Pattern Glare Test, die van hen verlangde dat zij het aantal visuele vervormingen zouden rapporteren die zij ervoeren, terwijl zij keken naar drie herhalende streeppatronen van verschillend niveau qua detail (spatiële frequenties van 0.3, laag SF; 2.3 gemiddeld SF; en 9.4, hoog SF, cycli per graad). De belangrijkste uitkomsten waren dat er weinig visuele verstoringen werden gerapporteerd door alle groepen bij het laag-SF-patroon waar de verstoring relatief mild is, terwijl beide groepen verstoringen rapporteerden bij het hoge-SF-patroon waar de verstoringen relatief extreem waren. Het was in het midden-SF-patroon waar verschillen tussen de groepen werden waargenomen (p<0.001), wat verhoogde gevoeligheid voor visuele stress aantoont. Ook waren de verschillen in de patroon“schittering”-score tussen midden en hoge spatiële frequenties significant hoger bij de patiënten dan bij de controlepersonen. Eigenlijk ervoeren patiënten met ME/cvs het soort verstoringen in het midden-SF-patroon dat gezonde mensen ervoeren bij het hoge-SF-patroon.

Terwijl deze bevindingen zeer noodzakelijk experimenteel bewijs leveren van visuele beperkingen bij ME/cvs en de rapportages van patiënten zelf ondersteunen, blijven de oorzaken van de patroongerelateerde visuele stress onbekend. De auteurs speculeren dat de corticale afwijkingen in de hersenen, waaronder de veranderingen aan de sensorische zenuwbanen betrokken zouden kunnen zijn, gebaseerd op observaties van symptomen van patroongerelateerde visuele stress bij andere neurologische ziekten, waaronder beroerte, en migraine (dat een verband heeft met een diagnose van ME/cvs) – zie een recente studie). Als verminderde remmende (inhibitoire) en/of verhoogde stimulerende (excitatoire) neurotransmissie in de visuele cortex een rol speelt, zoals het waarschijnlijk lijkt, zou het kunnen kloppen met de hypothese van abnormale neurotransmitteractiviteit bij ME/cvs (zie een review).

Dit eerste rapport draagt bij aan de groeiende hoeveelheid bewijs dat problemen met ogen en visus belangrijke factoren zijn bij ME/cvs. Zoals Dr. Neil Abbot van ME Research UK zei in het persbericht van de Leicester Universiteit: “De meeste mensen met ME/cvs rapporteren een scala aan oog- en visusgerelateerde symptomen die hun dagelijks leven belemmeren, toch is er vrij weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het probleem. Dr. Claire Hutchinson en haar team hebben eerder al het bestaan bevestigd van problemen met oogbewegingen bij ME/cvs-patiënten, en dat symptomen, waaronder oogpijn, ernstig kunnen zijn. Haar nieuwe rapport in Perception gaat nog verder dan deze bevindingen en werpt de mogelijkheid op dat visusafwijkingen waaronder patroongerelateerde visuele stress een diagnostische rol zouden kunnen gaan krijgen bij de ziekte.”

Onderzoeksgroep Visus en Taal in Leicester

De Vision and Language Group is een multidisciplinaire groep van wetenschappers die werken aan belangrijke problemen in visus, visuele cognitie en taalbegrip. Onderzoekers in de groep maken gebruik van verschillende technieken waaronder psychofysica, elektrofysiologie, computermodellering en opnemen van oogbewegingen om sensorische en cognitieve verwerking in de hersenen te bestuderen van het niveau van individuele neuronen tot aan het gedrag van het organisme als geheel.


Overzicht: tekenen en symptomen in de ogen

[Uit Breakthrough Magazine voorjaar 2012]

Aan het begin van de jaren negentig verschenen twee rapporten in de wetenschappelijke literatuur die oculaire (oog) symptomen bij ME/cvs beschreven. In het eerste (gepubliceerd in Optometry and Vision Science, 1992) ondervroeg een onderzoeksgroep in Boston, Massachusetts, 190 patiënten en 198 gezonde controle proefpersonen door middel van een schriftelijke vragenlijst, en vond een reeks van ooggerelateerde symptomen die zij groepeerden in vier categorieën: functioneel (gerelateerd aan accommodatie en convergentie); neurosensorisch (zoals hoofdpijn, overgevoeligheid voor licht, en centraal-perifere integratieverstoringen); entoptische fenomenen (zoals “floaters”); en anterieur segment (zoals traangerelateerd). In deze studie reed 24,7% van de patiënten minder of geen auto vanwege oogproblemen in vergelijking met slechts 3% van de controles. In de tweede studie (Journal of the American Optometry Association, 1994), rapporteerden alle ME/cvs-patiënten oogsymptomen; de meest voorkomende klinische bevindingen waren afwijkingen aan pre-oculaire traanfilm en oculair oppervlak (19 patiënten), gereduceerde accommodatie voor de leeftijd (18 patiënten) en droge ogen (9 patiënten).

Later in de jaren 1990 verschenen nog twee rapporten, beide in hetzelfde nummer van het Journal of Behavioural Optometry in 1997. Een presenteerde drie diepgaande gevallen voor een publiek dat grotendeels bestond uit praktiserende optometristen, concluderend dat ME/cvs-patiënten symptomen kunnen ervaren die variëren van milde accommodatie disfunctie tot invaliderende handicap. Het andere rapport beoordeelde de visuele en oculaire tekenen en symptomen van 141 patiënten, en besprak verschillende beheersopties waaronder “yoke-prisma’s”, progressieve lenzen, tinten en oculaire smering (lubricatie).

Vervolgens verschenen tussen 2000 en 2010 nog twee rapporten. De eerste was een case-controlstudie (Annals of Opthalmonology, 2000) waarin de 37 patiënten significante oogbeperkingen hadden in vergelijking met de controles; de beperkingen omvatten mistige/beschaduwde visus en gevoeligheid voor licht, evenals problemen van oogbalbeweging (oculomotorisch) of gebrek aan traanvocht. De tweede, uit Rusland (Vestnik Oftamologii, 2003), rapporteerde vasculaire pathologie van het oog in 70,2% van de 218 ME/cvs-patiënten, en “dystrofische pathologie” bij 52,8%.

Het verbazingwekkende is dat deze zes nogal kleine reviews en studies (waarschijnlijk) de totale hoeveelheid vertegenwoordigen van observaties over, of onderzoek naar visuele disfunctie bij ME/cvs in de afgelopen 30 jaar, ondanks dat oogsymptomen een reden voor bezorgdheid zijn voor een meerderheid van de patiënten. Zoals we al eerder hebben gezegd, schrijdt de tijd zeker voort, maar soms kan het heel erg stil lijken te staan waar het onderzoek naar ME/cvs betreft!

© ME Research UK


http://www.eurekalert.org/pub_releases/2015-11/uol-vsc112415.php

Eurekalert

Persbericht, 24 november 2015

Visuele stress kan een symptoom zijn van chronisch vermoeidheidssyndroom, suggereert onderzoek

Onderzoeksteam van de Universiteit van Leicester ontdekt visusgerelateerde afwijkingen die kunnen helpen bij diagnose van ziekte

UNIVERSITEIT VAN LEICESTER

Mensen die lijden aan het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS,) kunnen een hoger niveau van visuele stress ervaren dan degenen zonder de aandoening, blijkt uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Leicester.

CVS, ook bekend als Myalgische Encefalomyelitis (ME), is een aandoening die langdurige uitputting veroorzaakt, die het dagelijks leven beïnvloedt en niet verdwijnt door slaap of rust. Diagnose van de aandoening is moeilijk omdat de symptomen vergelijkbaar zijn met andere ziekten.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Leicester, geleid door Dr. Claire Hutchinson van het departement van Neurologie, Psychologie en Gedrag, heeft patiënten met en zonder CVS onderzocht en heeft ontdekt dat degenen die lijden aan de aandoening kwetsbaarder zijn voor patroongerelateerde visuele stress, die ongemak en uitputting veroorzaakt als repetitieve streeppatronen worden bekeken, zoals wanneer er een tekst wordt gelezen.

De resultaten van deze studie, die gepubliceerd is in het tijdschrift Perception, zouden kunnen helpen bij de diagnose van CVS, omdat de bevindingen suggereren dat er afwijkingen zijn in het visuele systeem bij mensen met ME/cvs, die een identificeerbare en makkelijk meetbare gedragsmarker zijn van de aandoening.

Dr. Hutchinson legde uit: “Diagnose van ME/cvs is controversieel. Met uitzondering van invaliderende vermoeidheid, zijn er weinig definitieve klinische kenmerken van de aandoening en de kernsymptomen overlappen met deze die vaak aanwezig zijn bij andere aandoeningen. Als resultaat daarvan is ME/cvs vaak een uitsluitingsdiagnose, die wordt gesteld als een laatste toevlucht en mogelijk nadat een patiënt een reeks ongeschikte behandelingen heeft moeten ondergaan van verkeerd gediagnosticeerde aandoeningen.

“Het is daarom absoluut noodzakelijk dat onderzoek zich richt op het identificeren van significante en klinische kenmerken van ME/cvs, met het oog op het ophelderen van de onderliggende pathologie en de ziekte af te bakenen van andere ziekten. Dit zal onderzoekers en beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg helpen bij het verschaffen van waardevolle inzichten in de aandoening, helpen bij de diagnose en op de langere termijn vorm geven aan evidence-based therapeutische interventies.

De studie onderzocht de kwetsbaarheid van ME/CVS-patiënten voor patroongerelateerde visuele stress waarbij gebruik gemaakt werd van een gestandaardiseerde test die “Pattern Glare test” wordt genoemd, waarbij mensen het aantal visuele verstoringen moeten rapporteren die zij ervaren wanneer zij kijken naar drie repetitieve gestreepte patronen met verschillende detailniveaus.

Tijdens de studie werden 20 patiënten met CVS en 20 patiënten zonder de aandoening geworven.

Deelnemers keken naar 3 patronen, de ruimtelijke frequenties (SF) van ofwel 0.3 (laag-SF), ofwel 2.3 (midden-SF), ofwel 9.4 (hoog-SF) cycli per graad (c/deg). Zij rapporteerden daarna het aantal verstoringen dat zij ervoeren toen zij naar elk patroon keken.

Patiënten met ME/CVS rapporteerden meer verstoringen bij het middelste gestreepte patroon (patroon 2) dan mensen zonder de aandoening.

Dr. Hutchinson voegde eraan toe: “Het bestaan van patroongerelateerde visuele stress bij ME/cvs zou een identificeerbare en makkelijk meetbare gedragsmarker van ME kunnen zijn. Dit zou, samen met andere diagnostische tests, kunnen helpen om ME af te bakenen van andere aandoeningen.”

Het werk werd gefinancierd door ME Research UK die financiering verstrekte voor een eenjarige MPhil studiebeurs, toegekend aan Rachel Wilson, die onder toezicht stond van Drs. Claire Hutchinson en Kevin Paterson van het departement voor Neurologie, Psychologie en Gedrag van de Universiteit van Leicester.

Dr. Neil Abbot, Research & Operations Director bij ME Research UK, voegde toe: “Ongeveer driekwart van de mensen met ME/cvs rapporteert een scala aan oog en visusgerelateerde symptomen die hun leven van elke dag beïnvloeden, er is echter erg weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het probleem.

“Dr. Claire Hutchinson en haar team hebben voorheen al het bestaan bevestigd van oogbewegingsproblemen bij ME/cvs-patiënten, en die symptomen, waaronder oogpijn, kunnen ernstig zijn. Haar nieuwe rapport in Perception gaat nog verder dan deze bevindingen en werpt de mogelijkheid op dat visusafwijkingen, waaronder patroongerelateerde visuele stress, een diagnostische rol kunnen spelen bij de ziekte.”

De studie ‘Increased vulnerability to pattern-related visual stress in Myalgic Encephalomyelitis’ werd gepubliceerd in het tijdschrift Perception en is beschikbaar via: http://pec.sagepub.com/content/44/12/1422 / doi:10.1177/0301006615614467

© EurekAlert

Increased Vulnerability to Pattern-Related Visual Stress in Myalgic Encephalomyelitis

Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en Abby, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
1
2
3
4
5
Recente Links