Bron:

| 6848 x gelezen

Cort Johnson, Health Rising, 9 juni 2020

Het Scheibenbogeneffect

Dit jaar was Scheibenbogen al coauteur van vijf studies naar ME/cvs.

Met deze snelle productie van studies wordt het moeilijk om Carmen Scheibenbogen en haar collega’s uit Duitsland bij te houden. Scheibenbogen is in 2020 coauteur van maar liefst vijf papers over ME/cvs. Met Klaus Wirth aan boord, het testlaboratorium voor autoantilichamen, en Scheibenbogen in publiceermodus, is Duitsland – waar de laatste tientallen jaren vrijwel niets over ME/cvs verscheen – nu een bron van onderzoek geworden. De enige constante in dit alles lijkt Scheibenbogen te zijn, die sinds haar komst in 2014, zeventien papers over ME/cvs heeft geschreven. Dit is de invloed die een dynamische onderzoeker kan hebben.

De jacht lijkt vooral gefocust op twee factoren: auto-immuniteit en de bloedvaten. In deze studie wordt een van de meest intrigerende onderwerpen voor ME/cvs bestudeerd: verminderde bloedcirculatie. ME/cvs werd eerder al gezien als een immuunziekte, een hormonale ziekte en een stofwisselingsstoornis en het lijkt inderdaad allemaal onderdeel te zijn van, maar hoe zit het met ME/cvs als een cardiovasculaire stoornis? Wat is een snellere manier om energie te verminderen dan door het remmen van de doorstroming van zuurstofrijk bloed door de kleine bloedvaten?

De studie

ESC Heart Fail. 2020 Jun;7(3):1064-1071. doi: 10.1002/ehf2.12633. Epub 2020 Mar 10. Peripheral Endothelial Dysfunction in Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome. [Perifere endotheeldisfunctie bij Myalgische Encefalomyelitis/Chronisch Vermoeidheidssyndroom] Nadja Scherbakov, Marvin Szklarski, Jelka Hartwig, Franziska Sotzny, Sebastian Lorenz, Antje Meyer, Patricia Grabowski, Wolfram Doehner, Carmen Scheibenbogen

Hoofdauteur Nadia Scherbakov, senior auteur Carmen Scheibenbogen en andere onderzoekers, die vanuit Berlijn werken, richtten zich in deze studie op de dunne laag endotheelcellen die de bloedvaten belijnen en die helpen te controleren of bloedvaten open of vernauwd zijn. Ze produceren ook immuun- en bloedstollingsfactoren.

Eerst gebruikten ze een niet-invasieve techniek genaamd “Perifere Arteriële Tonometrie (PAT)” om veranderingen in de vasculaire resistentie te meten. Tijdens de test vermindert een bloeddrukmanchet gedurende vijf minuten de bloedstroom naar de hand. Nadat de manchet is geopend, wordt de hoeveelheid bloed die naar de vingers stroomt, gemeten.

De EndoPat-test, die uitgevoerd kan worden in een dokterspraktijk, kan gebruikt worden om snel de risicofactoren voor hart- en vaatziekten zoals hartfalen, beroerte en pulmonale hypertensie op te sporen.

Endothelial Function Assessment with EndoPAT by Dr Kahn

Fox News 2 Dec 2013

In tegenstelling tot andere cardiovasculaire testen beoordeelt PAT het microvasculair functioneren, ofwel het functioneren van de perifere arteriolen die zich vlak voor de haarvaten bevinden. Deze arteriolen zijn bekleed met gladde spieren en hier vindt het grootste deel van de bloedstroomregulatie plaats. Als er niet genoeg stikstofmonoxide (NO), een vaatverwijdende stof, wordt geproduceerd, zullen de arteriolen niet genoeg kunnen verwijden om voldoende hoeveelheden bloed door te laten naar de haarvaten die voedingsstoffen naar de weefsels overbrengen.

De Duitse onderzoekers beoordeelden iets wat reactieve hyperemie wordt genoemd. Dit treedt op wanneer de bloedstroom door de aderen wordt geblokkeerd, waardoor het zuurstofgehalte daalt (waardoor ischemie ontstaat) en er een ophoping van metabool afval ontstaat. De arts in de onderstaande video meldt dat een uitslag hoger dan 2,0 normaal is.

VENDYS — Endothelial Function Measurement Explained

VENDYS, the only FDA cleared, fully automated, operator independent, non-invasive, easy to use, office-based device for measurement of vascular reactivity an…

De kernpunten:

  • Met behulp van een niet-invasieve aanpak (Endo-Pat) met een bloeddrukmanchet en een vingermonitor beoordeelden Duitse onderzoekers de werking van de kleine bloedvaten die arteriolen worden genoemd.
  • De arteriolen, die zich tussen de slagaders en de haarvaten bevinden, regelen de bloedstroom door stikstofmonoxide, een stof die het bloedvat verwijdt, te produceren.
  • De studie beoordeelde dat wat een “reactieve hyperemie-index” (RHI) wordt genoemd. Een RHI onder 2 wordt als een reden voor bezorgdheid beschouwd. Het suggereert dat er schade aan het endotheel van de bloedvaten is ontstaan, waardoor de bloedstroom wordt geblokkeerd. Endotheeldisfunctie is vaak het eerste teken van een hart- en vaatziekte.
  • De kleine studie vond dat ongeveer 50% van de mensen met ME/cvs een lage RHI had. Pogingen om een metabole of immunologische oorzaak te vinden, waaronder beta-2-adrenerge antilichamen, waren echter niet succesvol.
  • Een kleine substudie waarbij zes patiënten met verhoogde niveaus van beta-2-adrenerge antilichamen betrokken waren, vond echter wel dat immunoadsorptie de problemen in de kleine bloedvaten bij vijf van hen oploste.
  • Dr. Scheibenbogen meldde dat een ander klein vervolgonderzoek naar immunoadsorptie vergelijkbare resultaten opgeleverde als het eerste onderzoek. Het eerste onderzoek leverde uitstekende resultaten op bij een subgroep van patiënten.
  • Er zijn drie studies gedaan die gebruik maken van de Endo-Pat-technologie. In twee studies is een endotheeldisfunctie gevonden en in één studie niet.
  • Grotere studies zijn nodig om de intrigerende bevinding van deze studie, die aangeeft dat vernauwde kleine bloedvaten in grote subgroepen van mensen met ME/cvs de bloedstroom naar de weefsels kunnen verminderen, te valideren.
  • Andere studies, maar niet alle, hebben een verminderde bloedstroom naar de hersenen en/of spieren bij ME/cvs laten zien. De grote onderzoeken van David Systrom geven aan dat verminderde zuurstoftoevoer (d.w.z. energie) naar de spieren aanwezig is.
  • Systrom gelooft dat drie factoren – waarvan één de microcirculatie betreft – ten grondslag liggen aan het probleem van de zuurstofcirculatie.
  • Aangezien endotheeldisfunctie in veel ziekten voorkomt, kan het op zichzelf niet verklaren wat de oorzaak is van de vermoeidheids- en inspanningsproblemen bij ME/cvs. Wirth en Scheibenbogen suggereren dat de verstoorde werking van de bloedvaten resulteert in een dramatische toename van de vasodilatoren die pijn en de vermoeidheid veroorzaken bij ME/cvs.

Ze werken aan een tweede hypothese die volgens hen de energetische problemen bij ME/cvs kan verklaren.

Resultaten

Het onderzoek, waarbij 35 mensen met ME/cvs en 20 gezonde controles (leeftijd en BMI komen overeen, maar ze waren niet sedentair) werden gevolgd, vond bewijs van perifere endotheeldisfunctie bij 51% van de ME/cvs-patiënten. De ME/cvs-patiënten waarbij het endotheel werd verstoord, waren functioneel beperkter en hadden ernstigere vermoeidheids- en immuungerelateerde symptomen (keelpijn, pijnlijke lymfeklieren) dan de patiënten zonder duidelijke endotheliale problemen.

De onderzoekers lijken een ziekere groep met meer endotheelproblemen te hebben geïdentificeerd. Zij waren echter niet in staat om – althans wat de laboratoriumtests betreft – te bepalen hoe. Gezien de bèta-adrenergische antilichamen die Scheibenbogen vond in andere studies, had men kunnen verwachten dat deze verhoogd zouden zijn, maar dat was niet het geval. (Dr. Scheibenbogen vermoedt dat deze antilichamen alleen een rol spelen bij een deel van de patiënten en dat andere factoren waarschijnlijk ook verantwoordelijk zijn voor problemen met de bloedstroom).

Geen van de immuun- of metabole markers (C-reactief proteïne, albumine, hemoglobine, creatinine, aspartaattransaminase, alaninetransaminase, gamma-glutymytransferase, hemoglobine A1c, basale thyrotropine, immunoglobine A,G, M, IL-8, sIL-2, oplosbaar V en ICAM, β2-adrenerge receptorantilichaam, M3 acetylcholine-receptorantilichaam) waren verhoogd dan wel verlaagd bij de patiënten met endotheeldisfunctie.

Maar toen kwam er een aanwijzing. Een studie naar immunoadsorptie waarin werd geprobeerd het immuunsysteem weer in evenwicht te brengen, zorgde ervoor dat de endotheelproblemen bij vijf van de zes ziekere patiënten verdwenen.

Vergelijkbaar met plasmaforese is immunoadsorptie een bloedzuiveringstechniek die IgG-autoantilichamen en andere ziekteverwekkende stoffen uit het bloed verwijdert. Het is een dure behandeling (ongeveer 20.000 dollar) die soms wordt gebruikt bij multiple sclerose en andere auto-immuunziekten.

Elk van de zes patiënten die immunoadsorptie kregen, had verhoogde niveaus van antilichamen tegen de bèta-adrenerge receptoren op de bloedvaten (deze receptoren spelen ook een belangrijke rol bij het verwijden van de bloedvaten). Het leek erop dat de immunoadsorptie hun bloedvaten openden – waardoor het bloed hun weefsels kon bereiken – en vermoedelijk de hypoxie en metabole afvalstoffen die zich opstapelden, verminderden.

De auteurs zeiden niet hoeveel de gezondheid van deze patiënten verbeterde, maar een studie naar de effecten van immunoadsorptie op tien ME/cvs- patiënten, vond dat 7 snel verbeterden en drie hadden matige tot duidelijke verbeteringen die 6-12 maanden duurden. Er zijn veel grotere studies nodig, maar de verbetering van de endotheelfunctie was veelbelovend, en het succes van de studie suggereerde dat een focus op het raakvlak immuun/cardiovasculair zinvol was.

Conclusies

Het idee dat ME/cvs een soort hart- en vaatziekte is die de kleine bloedvaten aantast, lijkt volkomen logisch, maar is verrassend weinig onderzocht. Dit lijkt de derde keer te zijn dat PAT wordt gebruikt bij ME/cvs. In 2012 vond Newton wel bewijs voor endotheeldisfunctie bij ME/cvs, maar de in 2018 uitgevoerde Moneghetti/Montoya-studie, die ME/cvs-patiënten koppelde aan gezonde sedentaire controles, vond hiervoor geen bewijs.

In tegenstelling tot de studie van Montoya, die sedentaire controles gebruikte – en geen verminderde endotheliale werking bij ME/cvs vond – werd bij deze studie geen gebruik gemaakt van sedentaire controles. De patiëntengroep van de studie van Scheibenbogen bleek echter wel meer endotheliale verstoringen te hebben, en was misschien ook wel een ziekere groep, aangezien meer dan 50 procent van hun patiënten een lage reactieve hyperemie-index (RHI) had (<1.81).



De EndoPat mat het vermogen van de arteriolen om zich te verwijden en bloed door te laten stromen naar de weefsels.

De groep ME/cvs-patiënten van Montoya, aan de andere kant, had een veel hogere gemiddelde RHI van ofwel 2.21 of 2.44 (De paper gaf niet aan welke uitslag toebehoorde aan welke groep). Montoya’s ME/cvs- patiënten hadden ook vergelijkbare inspanningsresultaten als de gezonde controles.

Hoewel maar weinig studies endotheeldisfunctie bij ME/cvs hebben bestudeerd, lijkt de aanwezigheid hiervan goed te passen bij wat we weten. Shungu’s hersenlactaat, ScheibenbogensmRNA-bevindingen,verschillende, maar niet alle, hersenbloedonderzoeken suggereren dat er iets mis kan zijn met de bloedtoevoer bij ME/cvs.

Verschillende, maar niet alle, studies suggereren dat de zuurstoftoevoer naar de spieren ook verstoord is bij ME/cvs. Nadat eerdere inspanningsonderzoeken opperden dat problemen met de zuurstoftoevoer de energieproductie tijdens het sporten verminderde, lijken de recentere, en veel grotere, invasieve inspanningsstudies van Systrom dat probleem te hebben opgelost: de zuurstoftoevoer is inderdaad een probleem voor een grote groep van patiënten.

Ook de bevinding van Staud die grotere cerebrale bloedstromen en hogere hartslagvariabiliteit (lagere activiteit van het sympathische zenuwstelsel) in verband bracht met verminderde vermoeidheid bij ME/cvs. Dit was volkomen logisch gezien de rol die het sympathische zenuwstelsel speelt bij het knijpen van de bloedvaten. Dr. Natelson gaf aan dat volgens hem een aantal van de cognitieve symptomen bij ME/cvs het gevolg zijn van een “episodische cerebrale hypoxie“; dat wil zeggen een episodische afnames van de bloedtoevoer naar de hersenen.

De mogelijke aanwezigheid van stagnerende hypoxie in ME/cvs en POTS geeft nog een andere aanwijzing dat de zuurstoftoevoer in ME/cvs en aanverwante ziekten een probleem kan zijn. Stagnerende hypoxie treedt op wanneer het zuurstofgehalte van het bloed normaal is, maar het bloed beweegt te langzaam om voldoende bloed aan de weefsels af te geven.

Stagnerende hypoxie: kruispunt tussen ME/CVS en hyperadrenerge POTS?

Cort Johnson, Health Rising, 19 augustus 2018 POTS en ME/CVS vertonen overeenkomsten en verschillen. Veroorzaken verschillende processen gelijkaardige problemen in beide ziektes? Ondanks het huidige gebrek aan consensus over de onderliggende biologie van CVS, is er voldoende bewijs… om een afwijking van het autonome zenuwstelsel naar voren te brengen als verbindende pathologische factor.

Arteriële stijfheid – een verwacht gevolg van endotheeldisfunctie – werd gevonden in een ME/cvs-studie, maar niet in een pediatrische studie.

En als laatste de recente hypothese van Wirth en Scheibenbogen: dat een verschuiving tussen vasoconstrictor- en vasodilatorkrachten (krachten die het bloedvat respectievelijk vernauwen en verwijden) in de bloedvaten resulteert in een massale vermeerdering van bloedvatverwijdende stoffen die pijn veroorzaken. Dit geeft een nieuwe draai aan het probleem van de bloedtoevoer bij ME/cvs.

· De bloedvaten in het nauw: een verenigende hypothese voor ME/cvs

Het betreft echter niet alleen ME/cvs. Al in 2006 suggereerden onderzoekers dat ischemie van de spieren, veroorzaakt door lage bloedstromen, zou kunnen bijdragen aan de pijn die fibromyalgie (FM)-patiënten ervaren. Ze beweerden dat de volgende stap was om te bepalen wat er gebeurt met de capillaire bloedstromen (d.w.z. de microcirculatie) in FM tijdens lichamelijke inspanning.

Low Energy Production and Pain in Fibromyalgia – Is Your Microcirculation To Blame? – Health Rising

Exercise is highly recommended as an adjunct therapy in fibromyalgia. We’re not talking about pounding the pavement, however. A 2010 review of exercise studies found that ‘slight to moderate’ intensity aerobic exercise sessions done two to three times a week worked best, and that appropriate levels of exercise result in improved […]

Hoewel de meeste onderzoeken klein zijn, lijkt het steeds aannemelijker dat de problemen die de kleine bloedvaten hebben met de zuurstoftoevoer naar de spieren en hersenen, wellicht ME/cvs veroorzaken of hieraan bijdragen.

Oorzaak?

Wat de oorzaak zou kunnen zijn, is een andere zaak. Factoren zoals een hoge bloeddruk of een hoge bloedsuikerspiegel zijn niet gevonden in ME/cvs. Hoge niveaus van lipoproteïnen, oxidatieve stress en inactiviteit zijn wel aanwezig.



Stikstofoxide-synthase – de studie opperde dat de kleine bloedvaten in een significante subgroep van ME/cvs-patiënten mogelijk niet genoeg NO produceren.

Systrom zei dat het probleem van de zuurstoftoevoer kan worden veroorzaakt door mitochondriale problemen, hyperventilatie en problemen met de oxyhemoglobinedissociatiecurve – en/of microcirculatieproblemen. Deze kleine Duitse studie suggereert dat de microcirculatieproblemen grote invloed kunnen hebben voor een grote groep patiënten. De resultaten laten zien dat een verminderde stikstofoxideproductie door de endotheellaag in de kleine bloedvaten (arteriolen) ten minste gedeeltelijk bijdroeg aan de vermoeidheid en andere symptomen van ongeveer de helft van de bestudeerde groep ME/cvs-patiënten.

Omdat endotheeldisfunctie bij veel ziekten kan voorkomen, moeten er bij ME/cvs andere factoren meespelen die vermoeidheid, PEM, etc. veroorzaken. In “De bloedvaten in het nauw” wordt een bloedvathypothese beschreven die uniek is voor ME/cvs. De auteurs, Wirth en Scheibenbogen, werken aan het tweede deel van die hypothese die de energieproductieproblemen bij deze ziekte probeert te verklaren.

Hoewel de laboresultaten niet konden blootleggen waarom de afsluiting van de kleine bloedvaten plaatsvond, liet een kleine immunoadsorptieproef, die de problemen met de kleine bloedvaten ophief, zien, dat de fout in het immuunsysteem en mogelijk in antilichamen die de bèta-adrenerge receptoren op de kleine bloedvaten beïnvloeden, zat. Er zijn natuurlijk veel grotere studies nodig om deze bevindingen te valideren, en er moet bij worden vermeld dat Montoya’s studie geen bewijs van endotheeldisfunctie vond. Dr. Scheibenbogen rapporteerde dat een kleine, tweede nog niet gepubliceerde studie naar immunoabsorptie in ME/cvs vergelijkbare resultaten liet zien als de eerste.

De studie rapporteerde niets over natuurlijke NO-boosters, maar verschillende natuurlijke stoffen (L-Citrulline, L-arginine, niacine) zijn naar verluidt in staat om het stikstofoxidegehalte te verhogen. Ik heb geen idee of ze wel of niet werken bij in ME/cvs, maar bij mij kan niacine (Vit B-3) tijdelijk een kleine boost geven aan de cognitie en vreemd genoeg, gezien de nogal stimulerende eigenschappen, ontspannend werken.

Tot slot wordt de EndoPat doorgaans gebruikt om het risico op hart- en vaatziekten in te schatten. De onderzoeksresultaten gaven aan dat de helft van de onderzoeksgroep een verhoogd risico zou kunnen lopen. Hoewel geen enkele studie aangetoond heeft dat dit inderdaad zo is, is de combinatie van arteriële stijfheid, laaggradige ontsteking en hoge niveaus van oxidatieve stress theoretisch gezien een aanwijzing voor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten bij mensen met ME/cvs.

© Health Rising. Vertaling tanto, redactie ZZ en Abby, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
25
26
27
28
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
14 mei
14/05/2022    
14:00 - 17:00
De CVS-contactgroep organiseert in het CM-gebouw van Kortrijk een voordracht door dra. Jolien Hendrix. "Als biomedicus probeert ze door haar onderzoek beter te begrijpen wat [...]
Events on 14/05/2022
Recente Links