Bron:

| 5692 x gelezen

Op woensdagnamiddag 23 mei 2018 stelde Anne Dedry (Groen) in De Kamer vragen aan Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) over de huidige toestand rond het CVS-beleid en de toekomst. Hieronder kunt u de betreffende vragen alsook het antwoord van de Minister lezen, die bevestigt dat er een evaluatie en wetenschappelijke update aankomt met als gevolg mogelijk een bijsturing van het beleid. Het betreft een voorlopige versie van de tekst, nog niet door de sprekers nagezien.

08 Vraag van mevrouw Anne Dedry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over “CVS” (nr. 24783)

08.01 Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag dateert al van een paar maanden geleden.

Midden december 2017 heeft de Wake-Up Call Beweging, een belangenvereniging voor mensen die lijden aan het chronisch vermoeidheidssyndroom, een schriftelijke oproep gedaan aan de federale en de Vlaamse overheden. U heeft dit schrijven ook ontvangen. Met dat schrijven wordt aan de overheden gevraagd te erkennen dat de ziekten ME en CVS een organische basis hebben en dat het gezondheidsbeleid hierop dient te worden afgestemd.

Momenteel wordt in België de aandoening CVS in de praktijk nog steeds aanzien als een somatoforme stoornis, waarbij RIZIV-conventies voorzien in de terugbetaling van cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie als bewezen behandelingen voor CVS. Een opmerkelijk gegeven is dat de bewijskracht voor deze behandelingen op verschillende niveaus door buitenlandse studies en onderzoeksinstituten in vraag wordt gesteld. De reden hiervoor is dat heel wat van die studies twijfelen over het nut van de behandelingen omdat zij van slechte kwaliteit zouden zijn of niet de juiste selectiecriteria gebruiken. In 2008 reeds maakte het Belgische KCE melding van het feit dat de behandelingen niet altijd of onvoldoende werken.

Er is dus een probleem met ons huidig CVS-beleid, vooral omdat er onvoldoende centra zijn die de RIZIV-conventie hebben ondertekend.

Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen.

Klopt het dat er slechts 16 cognitieve gedragstherapeuten in ons land bereid zijn mee te werken aan de conventie die voorziet in ambulante zorg betreffende CGT en GET? Klopt het dat de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen zich heeft verzet tegen de conventie omdat het protocol zou indruisen tegen de basisfilosofie van de cognitieve gedragstherapie?

Klopt het dat er slechts 1 erkend diagnosecentrum werkzaam is aan de KU Leuven terwijl er heel wat meer werden beloofd?

Bent u bereid in te gaan op de verzoeken van de Wake-up Call Beweging? Het gaat hierbij over een erkenning van ME en CVS als ziekten met een biologische basis. Zult u een nieuw plan uitwerken de rekening houdt met recente adviezen van de Nederlandse Gezondheidsraad die ME en CVS wel degelijk erkent als een chronische ziekte?

Ten slotte. Heeft de Wake-up Call Beweging ondertussen een antwoord van u gekregen? Op het moment waarop ik de vraag opstelde, was dat niet het geval, maar er zijn al wel wat maanden overheen gegaan, zodat u daar misschien wel positief op kunt antwoorden.

08.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Dedry, u spreekt over informatie die wij hebben gekregen op 11 december, maar bij mijn weten en dat van de Kamer is uw vraag maar aangekomen op 30 maart. Dat is meer dan drie maanden verschil. Ze is op 30 maart aangekomen en wordt vandaag beantwoord, ondanks de hoorzittingen en de krokus- en paasvakantie die daar nog tussen zijn gekomen. Dit is toch wel lang nadat de communicatie er is geweest.

Momenteel zijn er 31 cognitieve gedragstherapeuten die in hun privékabinetten behandelingszittingen realiseren voor die patiënten waarvoor een multidisciplinair diagnostisch centrum voor CVS de diagnose CVS heeft gesteld en een behandeling met cognitieve gedragstherapie heeft aangeraden. De Vlaamse Vereniging van Klinische Psychologen heeft inderdaad haar leden in 2014 ertoe opgeroepen geen aanvraag te doen om de zittingen te kunnen realiseren. De redenen die de vereniging hiervoor heeft opgegeven, hebben te maken met het bezwaar gebonden te zijn aan een bepaald behandelingsprotocol, maar ook met het tarief van 50 euro voor 50 minuten. Dat ligt volgens hen te laag. De vereniging heeft gevraagd om een vrij tarief te kunnen aanrekenen, maar omwille van de nood aan tariefzekerheid voor de patiënten werd hier niet op ingegaan.

Wat het protocol betreft, heeft de CBO uit Nederland in 2013 aanbevolen dat de therapeut een therapieprotocol dient te volgend dat in een klinische studie effectief is gebleken. Deze aanbeveling werd opgenomen in de overeenkomst met het centrum. Het centrum van het UZ Leuven heeft in overleg met de Vereniging voor Gedragstherapeuten eveneens een protocol opgesteld. Dat is inderdaad maar één centrum van de drie onder mijn voorgangster, dat deze overeenkomst heeft afgesloten. Zeven ziekenhuizen hebben zich in 2014 kandidaat gesteld, maar op één na, het UZ Leuven, hebben zij zich teruggetrokken op het moment waarop de overeenkomst van start zou gaan.

Zij waren er onder andere niet van overtuigd dat er voldoende therapeuten zouden zijn die aan de opleidingscriteria van de overeenkomst beantwoorden, met name een master in de klinische psychologie zijn en een postgraduaat over cognitieve gedragstherapie gevolgd hebben. De 31 therapeuten die door het RIZIV wel aanvaard zijn, beantwoordden wel aan deze voorwaarden.

Wat uw twee laatste vragen betreft, dient er, na afloop van de pilootfase van de overeenkomst op 31 augustus 2018, niet alleen een grondige evaluatie van de uitvoering van de overeenkomst te gebeuren door het centrum van het UZ Leuven maar ook opnieuw een objectieve wetenschappelijke stand van zaken opgemaakt te worden over wat er momenteel met voldoende zekerheid geweten is over CVS of de ME, met name de aard ervan, de diagnosestelling en de effectieve therapieën.

Deze opdracht is, op mijn verzoek, momenteel in uitvoering. Ik ga niet vooruitlopen op de uitkomst van deze evaluatie en de gevolgen voor het eventuele zorgmodel, maar uiteraard moet er rekening gehouden worden met de nieuwe richtlijnen die ook zeer recent in het buitenland zijn opgesteld en ook het onderwerp zijn van talloze wetenschappelijke ontmoetingen in het buitenland. Deze analyse dient objectief te gebeuren, rekening houdend met de verdeeldheid die er ook heerst over de beste aanpak van deze aandoening. Die verdeeldheid is er al de hele tijd. Vroeger heb ik er ook nog vragen over gesteld aan minister Vandenbroucke.

Bovendien plant het toonaangevende NICE uit het VK pas tegen 2020 een revisie van zijn richtlijnen over CVS. Andere instanties zijn daar nu al mee bezig.

Er komt dus inderdaad een evaluatie en een wetenschappelijk update aan. Deze zal mogelijk ook bijsturing vragen van het beleid. Intussen wordt er ook gehoor gegeven aan de patiëntenverenigingen die daarmee bezig zijn. De Wake-up Call Beweging is uitgenodigd geweest op het kabinet en er werd uitvoerig geantwoord op verschillende van hun vragen en verzuchtingen.

08.03 Anne Dedry (Ecolo-Groen): Ik dank de minister voor haar uitgebreide antwoord.

Het incident is gesloten.

© De Kamer. Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.

Met dank aan MT om hierop attent te maken.

Eén reactie

  1. Mooie ‘schijnvertoning’ van minister De Block.
    Het onderhoud met de WUCB dat de Block hier aanhaalt dateert van januari 2015, en staat helemaal los van de vraag van Dedry en eis van de Wake-up Call Beweging om ME en/of CVS te erkennen als biologische ziekte. Ze gaan wellicht opnieuw experten aanstellen van de huidige CVS centra die tot op heden het biomedische steeds genegeerd hebben. Ik hou mijn hart al vast!

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
1
2
3
4
5
Recente Links