De zoektocht van deze jonge vrouw (1969) naar oorzaken en oplossingen voor de ziekte ME, die haar in korte tijd van actieve studente veranderde tot een leven met grote beperkingen, grotendeels vanuit haar bed. Ze probeert – na inmiddels al elf jaar – in dit boek ‘lotgenoten een hart onder de riem te steken, mantelzorgers antwoord te geven op de vragen die ook zij hebben, pastorale werk(st)ers te informeren en demensen om je heen, voor wie je er vaak beter uit ziet dan je je voelt’.
ME-patiënt Christine van Reeuwijk schrijft boek over worsteling met dagelijkse uitputting
“Ik zie er aan de buitenkant goed uit. Maar ik ben wel heel erg ziek. Soms heb ik het gevoel dat ik doodga”, zegt ME-patiënt Christine van Reeuwijk.
Ze was te gast in Het Elfde Uur aan de vooravond van Wereld ME-dag 2004 op woensdag 12 mei a.s. Van Reeuwijk schreef het boek:
“Wie weet morgen. Over leven met een minimum aan energie.”
ME is een door de Wereldgezondheidsorganisatie erkende ziekte, maar nog steeds is er weinig over bekend en wordt vaak de diagnose “het zal wel psychisch zijn” gesteld.
Christine van Reeuwijk heeft een zeer zware variant van ME. Haar hele leven wordt door de ziekte bepaald. Haar jonge studentenbestaan werd abrupt afgebroken toen zij van de ene op de andere dag werd geteisterd door uitputting. Zij is al jaren afhankelijk van de zorg van anderen en ligt regelmatig dagen achtereen in het donker, omdat zij het daglicht niet kan verdragen. Tijdens deze donkere dagen schrijft zij ‘in haar hoofd’ columns, die ze zodra ze zich wat beter voelt, noteert.
“Je bent gelovig en niet boos op God,” zegt Andries Knevel tegen haar.
“Ik ben niet boos op God. Want waarom zou Hij mij dit aandoen” “De ziekte is mij gewoon overkomen. We leven in een gebroken wereld,” is het antwoord van Christine. “Ik ervaar God juist als een bondgenoot. Ik heb in mijn boek een nawoord geschreven over de moeite die je moet doen om elkaar te ontmoeten. Als we halverwege op weg zijn naar elkaar, dan kunnen we elkaar proberen te begrijpen. Waar mensen elkaar ontmoeten, daar ervaren we God. Maar ook in eenzaamheid ervaar ik God als dragende kracht.” Hij zegt:: “Je moet wel zelf opstaan, Ik geef je de hand”. Dan kan ik weer verder, nieuwe mensen ontmoeten, met wie ik misschien wel weer halverwege kan komen.”
ALGEMEEN OORDEEL OVER DIT BOEK
Het leest makkelijk en is begrijpelijk voor iedereen. Het zet me op een goede manier aan tot nadenken over hoe ik zelf eigenlijk in het leven sta. Het inspireert me, dat iemand, die zo weinig energie heeft en zo ziek is nog zo positief blijft. Het verbaast me, maar raakt me tegelijkertijd, dat de schrijfster zo zichzelf blijft, ze blijft betrokken bij de maatschappij en ondanks veel onbegrip verliest ze haar humor, relativeringsvermogen en hoop op de toekomst niet.
Het ontroert me, dat ze God en mensen als een bondgenoot ziet. “Wie weet morgen” boeit van de eerste tot de laatste bladzijde. Kortom, een aanrader.
Inspirerende gedachte:
Elk eind heeft een begin. De schrijfster doorvoelt haar grens en kan daardoor kijken naar haar mogelijkheden i.p.v. naar haar beperkingen.
Eén reactie
Wie weet morgen
Dit is een heel persoonlijk verhaal van een vrouw die wordt getroffen door ME. Het leest een beetje als een dagboek, en je ziet vooral haar moeilijkheden met ME in het dagelijks leven en in de omgang met andere mensen (mensen die het proberen te snappen, of mensen die haar meteen veroordelen) – en hoe het haar geloofsleven beïnvloedt. Het is zeker aan te raden om dit boek een keer te lezen!