
Na de reeks van vier video’s van consortiumleider Jos Bosch en projectleiders Marjan Versnel, Jeroen den Dunnen, Inge Huitinga en Niels Eijkelkamp, volgt een serie van vier video’s van Rob Wüst. Ook van Ruud Raijmakers worden nog vier video’s opgenomen, gebaseerd op vragen van ME-patiënten.
Vandaag de tweede video van Rob Wüst – projectleider van het NMCB-project MuscleME. Meer info daarover vind je hier.
Het transcript vind je onderaan dit artikel. Ondertiteling: kijk de video op ons YouTube-kanaal, klik op het wieltje en kies voor ondertiteling. Daar vind je ook de podcast van deze aflevering.
De video zelf kun je hier zien:
De podcast luister je hier:
De vragen en verder
In Spieren & Post exertional malaise, de tweede van vier video’s met projectleider Rob Wüst, beantwoordt hij de volgende vragen:
00:11 Wat is de bron van PEM?
01:06 Welke rol speelt oxidatieve stress bij PEM?
02:12 Welke rol spelen de spieren bij PEM?
03:06 Wijzen problemen met lopen na een cognitieve inspanning op een probleem in de hersenen?
04:14 Verschillen uitslagen van onderzoek naar spierbiopten van verschillende locaties (bv armen van benen)?
Vragen naar aanleiding van deze antwoorden of andere vragen aan Rob Wüst? Op 28 augustus zal er een chatsessie met hem plaatsvinden waarin die -en andere- kunnen worden gesteld.
De volgende video’s met Rob Wüst worden gepubliceerd op 21 en 28 juli.
Verdere info
Meer informatie over dit project vind je hier.
Vragen over of input voor deze video kunt u mailen naar ME Centraal (mecentraal@gmail.com) ovv vraag videoproject.
Transcript
Wat is de bron van PEM?
Postexertionele malaise is een heel belangrijk symptoom van patiënten met ME/cvs maar ook long COVID. De oorzaak – de precieze bron van PEM weten we eigenlijk niet. We weten dat het iets te maken heeft met exertie – dus inspanning en uitputting. Dat kan fysieke uitputting zijn maar ook mentale of cognitieve uitputting. En dat betekent dat er verschillende bronnen zijn waaruit het kan ontstaan. Bij de ene persoon is dat iets meer fysiek. Andere mensen hebben meer last van cognitieve of mentale PEM.
De precieze bron weten we niet en ons onderzoek richt zich voornamelijk op de fysieke postexertionele malaise, op fysieke inspanning. Omdat ik als inspanningsfysioloog het meest geïnteresseerd ben in de veranderingen die optreden bij fysieke inspanning.
Welke rol spelen de spieren bij PEM?
De rol van spieren in het ontstaan van postexertionele malaise of PEM is heel divers. Je kunt zoals ik eerder zei PEM krijgen door fysieke inspanning maar ook door mentale of cognitieve inspanning.
Dat betekent dat we denken dat specifiek bij de fysieke PEM de spieren een belangrijke rol spelen. En dat daar ook een belangrijk probleem zit van de consequenties van PEM. De spierpijn en de extra vermoeidheid kunnen komen door veranderingen in de spier.
Maar we weten niet zo goed of het specifiek daar begint. Want we weten ook uit ander onderzoek dat een cognitieve PEM kan ontstaan door heel veel nadenken – door een overlast aan sensorische informatie. Dus het is misschien niet zozeer de bron van de postexertionele malaise, de PEM. Maar de spieren kunnen wel een downstream effect hebben die te maken heeft met klachten.
Wat is oxidatieve stress en welke rol speelt die bij PEM?
We weten uit onderzoek dat het metabolisme – de stofwisseling in de spieren – een belangrijke rol speelt bij PEM. Het kan ook verklaren waarom mensen eerder vermoeid zijn en extra spierpijn ontwikkelen.
Een onderdeel van die stofwisseling die fout is, kan te maken hebben met de vermeerderde vrije radicalen die ontstaan – de oxidatieve stress. Ons onderzoek richt zich daar een klein beetje op. We denken dat dat echt een effect is van andere problemen die ontstaan in de spieren. We weten dus niet of dat specifiek de oorzaak is van de vermoeidheid. Maar we weten wel dat dat waarschijnlijk een rol speelt bij de veranderingen die bij deze patiëntenpopulatie ontstaan in de spieren na inspanning.
Verschillen uitslagen van onderzoek naar spierbiopten van verschillende locaties (bv armen van benen)?
Ons onderzoek richt zich voornamelijk op de beenspieren, omdat beenspieren heel belangrijk zijn in het dagelijks leven om te kunnen lopen en wandelen naar de bushalte enz.
We weten ook uit onderzoek dat been- en armspieren anders zijn. Armspieren worden anders gebruikt in het dagelijks leven – bijvoorbeeld bij het dragen van boodschappentassen. Dat betekent dat er een andersoortige activiteit plaatsvindt in bovenbeenspieren dan in de bovenarmspieren.
Probleem echter is dat, om dat goed te onderzoeken, we dus ook specifiek stukjes biopt ter grootte van een rijstkorrel zullen moeten nemen van mensen in het bovenbeen en in de bovenarm van mensen. En het kost gewoon heel veel tijd en energie om dat op te zetten. En we zijn er helaas nog niet zover dat we ook die vragen kunnen beantwoorden.
Het is een hele interessante vraag om te zien of er verschillen ontstaan en of ook het verloop van de ziekte anders is in de bovenbeenspieren dan in de bovenarmspieren. Maar dat weten we helaas gewoon nog niet, omdat er te weinig onderzoek naar is gedaan.
Wijzen problemen met lopen na een cognitieve inspanning op een probleem in de hersenen?
Ook bij cognitieve uitputting of mentale uitputting kunnen er problemen ontstaan in het lichaam. Dat betekent dat de aansturing naar spieren minder goed kan verlopen. En dat kan betekenen dat dus ook problemen in de hersenen voornamelijk op het neurologische gebied een probleem kan veroorzaken in de aansturing van spieren.
Dat betekent dat de aansturing van spieren minder goed gaat. Dat kan dus ook betekenen dat je minder goed kan lopen of spierpijn ontwikkelt.
ME Centraal