Bron:

| 989 x gelezen

Creativiteit en productiviteit zijn de handelsmerken van het kleine onderzoeksteam van Simmaron

Klinische studies – ooit een zeldzaamheid voor het chronischevermoeiheidssyndroom (ME/cvs) – lijken plotseling overal op te duiken. De Open Medicine Foundation heeft net haar eerste 2-voor-de-prijs-van-1-trial aangekondigd (twee medicijnen die samen worden getest), Solve M.E. heeft de afgelopen jaren minstens 4 kleine trials gefinancierd en nu hebben we de eerste klinische studie van Simmaron.

Dit was een echte schok, maar eigenlijk weet ik niet zeker waarom. Ik ben er immers aan gewend geraakt om geschokt te worden door het kleine Simmaron Research-team (Avik Roy Ph.D. en Gunnar Gottschalk Ph.D.). Eerst ontwikkelden ze in het begin van de coronapandemie, toen er te weinig testvoorraden waren, een nieuwe manier om te testen op het coronavirus met behulp van urogenitale swabs.

Vervolgens toonden ze in twee publicaties aan dat het coronavirus de cel niet binnen hoeft te dringen om schade aan te richten – het hoeft zich alleen maar te hechten aan de ACE-2-receptor. Dat is een zeer interessante bevinding gezien de duidelijke ACE-2-ontregeling die ook wordt gevonden bij ME/cvs en POTS en die de verminderde bloeddoorstroming, het lage bloedvolume, het slecht functioneren van de mitochondriën en andere symptomen bij die ziekte zou kunnen helpen verklaren. Ze ontwikkelden ook een ACE-2-receptormodulator, ACIS KEPTIDE genaamd, en ontvingen er een patent voor.

Ze zijn op weg om een immense leemte bij deze ziekte op te vullen door hun werk aan niet één of twee maar drie ME/cvs-muismodellen (voor PEM, POTS en hersenmist). Ze wonnen een Ramsay Award in 2022 en ontvingen een zeldzame NIH-beurs in 2023.

Onderzoeken op muizen en bij mensen leiden tot trial met Rapamycin

Toch had ik nooit verwacht dat het team in staat zou zijn om een klinische studie met 100 personen uit te voeren met een van de meest intrigerende medicijnen die er zijn – Rapamycin – een mogelijke mitochondriale ondersteuner.

De trial met Rapamycin vindt zijn oorsprong in studies van Simmaron op muizen en bij mensen. Muizen kregen twee stoffen toegediend, één die het mTORC1-reactiepad activeerde en één die autofagie remde, een cellulair opruimproces dat cruciaal is voor het functioneren van de mitochondriën.

De muizen reageerden hierop met hoge niveaus van ATG13 – een marker die suggereert dat er problemen waren met autofagie – en ze zagen eruit alsof ze ME/cvs hadden. Opvallend was dat de vrouwelijke muizen veel vaker ziek werden, snel vermoeid raakten als ze gevraagd werden om te bewegen en dat hun grijpkracht afnam.

Bij de overstap van muizen naar mensen vond het Simmaron-team hetzelfde bewijs van een defect in autofagie (hoge ATG13-niveaus) in het serum van ME/cvs-patiënten. Wanneer autofagie hapert, kan dit het zuurstofverbruik en de mitochondriale activiteit aantasten, het immuunsysteem beïnvloeden, cellen veranderen in ontstekingsbevorderende organismen en leiden tot eiwitklonteringen die allerlei cellulaire processen schade kunnen toebrengen.

Wanneer het serum van ME/cvs-patiënten op gekweekte microgliale cellen werd aangebracht, begonnen de microgliale cellen in actie te schieten, vrije radicalen uit te spuwen en iNOS (stikstofmonoxide) te produceren – een ontstekingsbevorderende en neurodegeneratieve vorm van stikstofmonoxide. Maar het serum van de gezonde controles oefende geen invloed uit op de activiteit van de microglia.

Vervolgens gebruikten ze een antilichaam om de ATG13 in het serum te neutraliseren en testten het opnieuw. Toen het serum zonder ATG13 er vervolgens niet in slaagde om de microglia in dezelfde mate te activeren, concludeerden ze dat ATG13 de boosdoener was in het serum van de ME/cvs-patiënten.

Lees ook Schoonmaakcrisis? Gebrekkige mitochondriale opruiming bij ME/cvs kan de energieproductie belemmeren

Die bevinding vormde de basis voor de studie met een mTORC1-remmer, Rapamycin genaamd, bij 100 personen met ME/cvs. Het interessante is dat Health Rising vorig jaar nog het verhaal bracht van een arts die hersteld is van ME/cvs met behulp van Rapamycin (Rapamune).

Rapamycin (Rapamune, Sirolimus)

Rapamycin (Rapamune), door sommigen aangeprezen als een antiverouderingsmiddel, remt de ontstekingsreactie door te zorgen dat T- en B-cellen niet geactiveerd worden.

Een model waarbij rapamycin zich vasthecht aan mTORC1 en voorkomt dat het geactiveerd wordt. © Enzymlogic, CC BY-SA 2.0, via Wikimedia Commons

Net als zoveel andere geneesmiddelen heeft het een fascinerende voorgeschiedenis. Rapamaycin wordt geproduceerd door een bacterie genaamd Streptomyces hygroscopicus en werd voor het eerst geïsoleerd in 1972 uit monsters die uitgerekend op Paaseiland waren verzameld. (De naam kwam van de inheemse naam voor het eiland, Rapa Nui, waar het werd gevonden). Hoewel het in eerste instantie werd ontwikkeld als een schimmelwerend middel, raakten onderzoekers al snel geïnteresseerd in zijn vermogen om het mTORC1-reactiepad te deactiveren.

Het mTORC1-reactiepad functioneert als een soort sensor voor energie/oxidatieve stress en wordt gereguleerd door een aantal factoren, waaronder Rapamycin. Het reactiepad doet een aantal dingen, maar het belangrijkste voor ME/cvs is dat het autofagie uitschakelt – het proces waardoor cellen zichzelf reinigen van oude en beschadigde onderdelen die anders de mitochondriale productie en cellulair functioneren zouden verstoren.

Omdat de afname van autofagie in verband wordt gebracht met veroudering, is het vermogen van Rapamycin om het mTORC1-reactiepad af te remmen en autofagie te herstellen van groot belang voor de antiverouderingssector.

De interesse in de levensverlengende eigenschappen van Rapamycin begon in de vroege jaren 2000 toen werd aangetoond dat het veroudering vertraagde bij wormen, gisten, vliegen en uiteindelijk ook bij muizen. Opmerkelijk is dat Rapamycin zowel het immuunsysteem lijkt te remmen (minder TNF/IL-6) als te stimuleren (meer IL-12 / minder IL-10). Het afremmen van IL-10 zou nuttig kunnen zijn bij ME/cvs, omdat een recent onderzoek suggereerde dat verhoogde niveaus van IL-10 de acute immuunrespons kunnen bemoeilijken – waardoor bacteriële toxines kunnen gedijen.

Herstelverhaal met Rapamycin bij Health Rising

Voordat hij ME/cvs kreeg, was bergbeklimmen de favoriete hobby van de arts! Nog maar een jaar eerder was de 69-jarige naar de top van een 5.500 meter hoge uitgedoofde vulkaan in Chili geklommen. Hij leefde, zoals hij zei, “met volle teugen”.

Een infectie van de bovenste luchtwegen bracht hem echter een klap toe en ogenschijnlijk voorgoed. Na zijn hele leven een intellectueel uitdagende carrière te hebben gehad, merkte hij dat hij zich nog maar twee uur aan een stuk kon concentreren, dat hij huishoudelijke taken niet meer aankon en dat hij soms geen blokje meer om kon lopen. Zijn sociale leven was onbestaande. Zo ging dat tien jaar lang door.

Lees ook A Rapamycin Resurgence: An MD Moves the Needle on his ME/CFS [in het Engels]

Zijn literatuuronderzoek leidde hem naar Rapamycin en hij begon een onderzoek met 1 proefpersoon (n=1). De remming van de mTORC1-activiteit door Rapamycin, zijn potentieel als levensverlengend medicijn en zijn vermogen om de lactaatproductie te verminderen, de ATP-niveaus te verhogen, de cognitie te verbeteren en autofagie te stimuleren, waren allemaal goede argumenten voor dit geneesmiddel.

Hij had al verschillende behandelingen geprobeerd, maar toen hij Rapamycin nam in een lage dosis (6 mg eenmaal per week), merkte hij na drie weken een verbetering en na zes weken was hij volledig in remissie.

De trial met Rapamycin

Aan honderd personen die worden behandeld door Dr. David Kaufman en Dr. Bela Chedda in het Center for Complex Diseases en Dr. Daniel Peterson in Sierra Internal Medicine (en nog een arts die nog moet worden genoemd) zal het geneesmiddel worden toegediend.

De dosering wordt door elke arts bepaald. Markers van autofagie zullen vóór het onderzoek worden genomen, vervolgens bij de maximale dosis en daarna telkens na 30 dagen.

Vier artsen zullen de effectiviteit van Rapamycin bij ME/cvs beoordelen.

Het doel van deze niet-placebogecontroleerde pilootstudie is om genoeg gegevens te verzamelen om financiering te krijgen voor een grotere, rigoureuzere studie. Het onderzoek zal symptomen en autofagiemarkers beoordelen en zal waarschijnlijk 18 maanden tot 2 jaar duren.

Rapamycin wordt al geruime tijd gebruikt en staat bekend als een veilig, betaalbaar medicijn – wat betekent dat, als de pilootstudie slaagt, artsen het waarschijnlijk wel zullen willen uitproberen.

  • Lees hier meer over de Rapamycin-trial van Simmaron.

Simmaron vraagt dat als je Rapamycine gebruikt en ME/cvs hebt, of als je van je arts te horen hebt gekregen dat hij van plan is om Rapamycin te gaan gebruiken, je hen mailt op connect@simmaron.com.

Een dikke pluim voor de Simmaron Research Foundation om zo’n intrigerend geneesmiddel te onderzoeken!

De kernpunten

  • Het onderzoeksteam van Avik Roy en Gunnar Gottschalk van de Simmaron Research Foundation heeft voor veel deining gezorgd met hun onderzoek naar niet één, maar wel naar drie muismodellen voor ME/cvs. Hun werk suggereert dat het cellulaire schoonmaakproces, autofagie genaamd, is vastgelopen.
  • Deze keer hebben zij en de Simmaron Research Foundation zichzelf echter echt overtroffen: ze staan op het punt om te starten met een trial voor 100 personen met Rapamycin (Rapamune) – een mogelijke mitochondriale ondersteuner.
  • Het onderzoek is voortgekomen uit het resultaat van muizen- en mensenstudies, waarbij hoge concentraties van een stof genaamd ATG13, werden gevonden, wat erop wees dat er problemen waren met autofagie.
  • Problemen met autofagie zouden veel cellulaire processen kunnen verstoren, waarvan de belangrijkste, vanuit ons oogpunt, de remming van mitochondriale activiteit en de productie van vrije radicalen kunnen zijn.
  • Studies die aantonen dat Rapamycin de levensduur van verschillende organismen kan verlengen, hebben de interesse gewekt om dit medicijn te kunnen gebruiken als antiverouderingsmiddel. Het medicijn onderdrukt het mTORC1-reactiepad, dat zelf autofagie inactiveert.
  • Vorig jaar publiceerde Health Rising een verhaal over het herstel van een arts die al tien jaar ziek was.
  • De niet-placebogecontroleerde pilootstudie van Simmaron zal 100 patiënten omvatten onder de behandeling van Dr. Kaufman, Chheda, Peterson en één andere arts die binnenkort wordt genoemd. Het onderzoek, dat naar verwachting minstens 18 maanden zal duren, is bedoeld om gegevens te verzamelen die nodig zijn om financiering te krijgen voor een meer rigoureus placebogecontroleerd onderzoek.

© Health Rising, 14 november 2023. Vertaling Els, redactie ME-gids.

Eén reactie

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
Geen Evenementen
Recente Links