(CDC – Centers for Disease Control and Prevention)
I. Hoofdcriteria
aan beide criteria moet men voldoen:
- Het voor het eerst optreden van een hardnekkige of steeds weer terugkerende en uitputtende vermoeidheid of snelle vatbaarheid voor vermoeidheid bij iemand die voorheen zulke symptomen niet kende. De vermoeidheid is niet te verhelpen met bedrust en is ernstig genoeg om de dagelijkse activiteiten terug te dringen met meer dan 50%. De klachten moeten gedurende ten minste een half jaar aanwezig zijn.
- Er mag geen sprake zijn van andere ziekten die deze vermoeidheid kunnen veroorzaken. Dat moet worden vastgesteld door een goede anamnese, door onderzoek en door de juiste tests te laten uitvoeren.
II. Nevencriteria
die gedurende zes maanden aanwezig moeten zijn geweest, of steeds terug zijn gekeerd. De symptomen moeten begonnen zijn tijdens of na aanvang van de vermoeidheidsklachten:
- lichte koorts of rillingen
- zere keel
- pijnlijke lymfklieren
- spierzwakte
- spierpijn of spiergevoeligheid
- aanhoudende vermoeidheid (etmaal of langer) na inspanning welke voorheen geen problemen opleverde
- hoofdpijn, anders van aard dan voor de ziekte ooit het geval was
- gewrichtspijnen
- één of meer van de volgende neuropsychologische of ’encefalitische’ klachten:
- overgevoeligheid voor licht
- ‘blinde vlekken’ in het gezichtsveld
- geheugenverlies
- prikkelbaarheid
- verwardheid
- concentratieproblemen
- niet helder kunnen denken
- depressiviteit
- slaapstoornissen
III. Lichamelijke criteria
tenminste tweemaal door een arts waargenomen met een tussentijd van minstens één maand:
- lichte verhoging
- ontstoken keel
- voelbare of gevoelige lymfklieren in de hals of oksels
Naast de twee hoofdvoorwaarden moeten acht of meer symptomen aanwezig zijn voor de diagnose CVS, of anders minstens twee van de lichamelijke criteria en zes nevencriteria.