Cort Johnson, 17 december 2014
Multiple sclerose (MS) is geen ME/CVS en ME/CVS is geen MS.
Waarom dan een blog over een veelbelovend geneesmiddel voor multiple sclerose? Omdat, ook al zijn beide aandoeningen verschillend – zelfs zeer verschillend in bepaalde opzichten – er genoeg gelijkenissen bestaan om te mogen veronderstellen dat er gemeenschappelijke mechanismen werkzaam kunnen zijn in beide.
In multiple sclerose gebeurt er een afbraak van de myelineschede die de axonen (uitlopers) van de zenuwcellen in de hersenen en het ruggenmerg bedekt. Hierdoor geraakt de overdracht van zenuwsignalen verstoord en dit uit zich in bewegingsmoeilijkheden, gevoelsstoornissen en zelfs verlammingsverschijnselen. Opvallend is dat vermoeidheid vaak het eerste symptoom van deze aandoening is.
Er zijn aanwijzingen dat verstoorde signaaloverdracht in het zenuwstelsel voorkomt bij ME/CVS, maar de oorzaak ervan is niet duidelijk en het is niet in de mate die in MS wordt gezien. De karakteristieke letsels (laesies) die wijzen op een aantasting van de myelineschede in de hersenen van MS-patiënten zijn afwezig bij ME/CVS-patiënten. Er kunnen ook verschillen zijn in de belangrijkste aspecten van de vermoeidheid zoals die bij elk van deze aandoeningen voorkomt.
Anderzijds is het zo dat beide aandoeningen meer voorkomen bij vrouwen dan bij mannen en dat bij beide infectieuze agentia betrokken zijn. Een infectie met klierkoorts geeft een 2 to 3 maal groter risico op het krijgen van multiple sclerose en is ook een veel voorkomende trigger van ME/CVS.
De (weliswaar zeer kleine) studie van BDNF [1] in het kader van ME/CVS laat uitschijnen dat, net zoals bij MS, de herstelmechanismen van zenuwcellen niet optimaal verlopen. Sommige studies laten vermoeden dat ontsteking van het zenuwweefsel (neuro-inflammatie) aanwezig is in ME/CVS, weliswaar in mindere mate dan bij MS.
Het bestaan van gelijkaardige leeftijdsgerelateerde patronen in het optreden van beide aandoeningen wijst er op dat hormonen, auto-immuun processen en/of virussen bij beide een rol kunnen spelen.
De belangrijkste factor in de context van deze blog is echter de vaak spectaculaire vermindering van MS-symptomen die men ziet tijdens het derde trimester van de zwangerschap, op het moment dat het oestrogeengehalte op zijn hoogst staat. Bij sommige ME/CVS-patiënten treedt ook een belangrijke vermindering van symptomen op tijdens de zwangerschap. [2] Dit laat vermoeden dat vrouwelijke hormonen een rol spelen in beide aandoeningen.
Hormonen
Dat zal allicht geen verrassing zijn voor Gordon Broderick van het ‘Institute for Neuro-Immune Medicine’ van Dr. Klimas aan de Nova Southeastern University. Het model dat Broderick hanteert, laat uitschijnen dat oestrogenen, in combinatie met een verstoorde regeling van de HPA-as [3], mogelijks aan de basis ligt van ME/CVS bij vrouwen. Het verband met het vrouwelijk hormoon zal waarschijnlijk evenmin een verrassing zijn voor Dr. Unger van het CDC [4]. Een studie van de CDC stelde een hoge frequentie vast van gynaecologische aandoeningen bij de ME/CVS-patiënten die bij hen gekend zijn.
Oestrogenen spelen mogelijk een rol in zowel MS als ME/cvs.
In MS blijken de zenuwcellen (neuronen) beschadigd te zijn door ontstekingsprocessen waarin geactiveerde T-cellen, macrofagen en gliacellen betrokken zijn. [5] Van oestrogenen weet men al langer dat ze neuroprotectieve eigenschappen hebben, en een laag gehalte aan oestrogenen of een vermindering in de signaalwerking [6] zouden een rol kunnen spelen. Het feit dat ME/CVS bij vrouwen vooral voorkomt in de adolescentie en op middelbare leeftijd kan ook een aanwijzing zijn dat hormonen een rol spelen.
Oestrogenen spelen dus mogelijk een rol in ME/CVS en MS. Een behandeling met oestrogenen wordt echter voor geen van beide aandoeningen voorgesteld want wordt in verband gebracht met een toegenomen incidentie van borst- en baarmoederkanker.
Ontdekking van een oestrogeen-beïnvloedend geneesmiddel
In de hoop van een vermindering van symptomen (remissie) te bekomen gelijkaardig aan deze die men ziet tijdens zwangerschap, begonnen onderzoekers van ‘UC Riverside’ en de ‘Rockefeller University’ in New-York te experimenteren met een substantie, ‘indazole chloride’ genaamd. Deze molecule stimuleert welbepaalde oestrogeen-receptoren (ER ß) [6], zonder dat hiervoor oestrogenen aanwezig moeten zijn. Deze receptor komt voor in cellen van zowel het perifeer immuunsysteem als van het centraal zenuwstelsel (zenuwcellen, astrocyten, microglia) [5] en men denkt dat ‘indazole chloride’ een invloed heeft op de immuunfunctie van beide.
De onderzoekers spitsten zich toe op muismodellen van ‘experimentele auto-immune encefalomyelitis’ (EAE). Deze muismodellen werden ontwikkeld om een beter begrip te krijgen van hersenontsteking en demyelinisatie [7].
Tot nu toe heeft dit onderzoek spectaculaire resultaten opgeleverd. Het medicijn was niet alleen in staat om de symptomen te laten verdwijnen maar ook om effectief de myelineschede rond de zenuwuiteinden opnieuw te helpen opbouwen, en dit lang nadat de oorspronkelijke schade was opgetreden. Daarnaast zag men ook een verhoging van het gehalte van de zenuwherstellende factor BDNF. [1]
Al deze effecten blijken niet enkel op te treden in muismodellen van MS, maar ook bij traumatische letsels van hersenen en ruggenmerg. Ook al doet de substantie het tot nu toe zeer goed, geloven de onderzoekers dat ze de effectiviteit nog kunnen verbeteren.
Wat misschien nog interessanter is in het kader van mogelijks neuro-inflammatoire aandoeningen zoals ME/CVS , is het feit dat er ook een ontstekingsremmende werking is (activering van de microglia [5])
Tot nu toe is het product enkel getest op laboratoriumdieren, maar naar verluidt worden binnenkort klinische testen bij mensen gestart.
Andere veelbelovende producten hebben de stap van diermodel naar mens niet kunnen waarmaken, maar deze substantie, die zowel ontsteking blijkt te kunnen verminderen als herstel van zenuwcellen blijkt te kunnen bevorderen, heeft vele troeven.
Besluit
Dit veelbelovend medicijn is nog niet getest op mensen met MS, laat staan bij ME/CVS, maar zijn capaciteit om beschadigde zenuwen te herstellen en ontsteking te verminderen is meer dan intrigerend.
We moeten ons er van bewust zijn dat, gezien de zeer trage vooruitgang in de ontwikkeling van medicatie voor ME/CVS, de kans reëel is dat ME/CVS-patiënten eerder baat zullen vinden bij producten die zijn ontwikkeld voor andere aandoeningen, dan bij producten die specifiek voor ME/CVS zijn ontwikkeld (tenzij Ampligen wordt erkend).
Het is goed om dergelijke mogelijkheden in het oog te houden.
Voetnoten :
[1] BDNF: Brain-Derived Neurotrophic Factor, een eiwit dat zorgt voor de instandhouding van zenuwcellen
[2] Bij vrouwen met fibromyalgie lijkt tijdens de zwangerschap eerder een verergering van de klachten op te treden in plaats van een verbetering
[3] HPA-as: Hypothalamus-Pituitary-Adrenal as (in het Nederlands: de Hypothalamus-Hypofyse-Bijnier as): een belangrijk mechanisme voor de regeling van allerhande hormonen in het lichaam
[4] CDC: Centers for Disease Control and Prevention: nationaal openbaar gezondheidsinstituut in de VS
[5] T-cellen en macrofagen maken deel uit van het menselijk afweersysteem; Gliacellen zijn een groep van cellen in het zenuwstelsel, die de eigenlijke zenuwcellen functioneel ‘ondersteunen’ (onder andere productie van myeline voor de myelineschede rond de zenuwuitlopers). Er zijn verschillende types met verschillende functies (o.a. astrocyten, microglia,…)
[6] De effecten van hormonen komen grotendeels tot stand doordat ze zich binden aan zogenaamde receptoren ter hoogte van de celwand van verschillende soorten cellen in het lichaam. Deze binding dient als ‘signaal’ voor deze cellen waardoor ze bepaalde acties gaan ondernemen.
[7] Demyelinisatie: verdwijnen van de myelineschede rond zenuwuiteinden
© Vertaling Wake Up Call Beweging, ME-gids en ME/cvs Vereniging