Interview door Amy Proal, MicrobeMinded, 7 december 2017
Dit interview werd samengesteld uit geschreven notities, niet van een geluidsbestand
Michael VanElzakker PhD is een aan het Massachusetts General Hospital, aan de Harvard Medical School en aan Tufts University verbonden neurwetenschapper. Zijn researchbelangstelling gaat uit naar twee velden: posttraumatische stressstoornies (PTSS) en myalgische encefalomyelitis/ chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/CVS). Hij publiceerde eerder een paper die een nieuwe hypothese voor ME/cvs beschrijft die zich richt op de nervus vagus.
V: Waardoor wilde je research naar ME/CVS gaan doen?
A: Ik heb een vriendin met ernstige ME. Ik kwam laat op facebook maar kwam gelijk in contact met een middelbare schoolvriendin van me. Zij had door ME moeten stoppen met haar rechtenstudie en was zo ziek als de pest. Daarvoor was ze zo begaafd dat ze waarschijnlijk snel af zou studeren. Ik was ook woedend over de term ‘yuppiegriep’ die zij opgeplakt kreeg en dat soort misvattingen. Ze was een helder, gemotiveerd iemand en ik zag hoe deze ziekte haar verwoestte.
V: Wil je de ME/CVS-hypothese uitleggen die je hebt gepubliceerd?
A: Wanneer een verder gezond iemand ziek wordt door om het even wat, zullen veel van de symptomen die hij heeft overeenkomen met wat hem ziek maakt. Mensen met zowel streptokokken als griep voelen zich bijvoorbeeld extra moe, hebben pijnen, problemen met hun concentratie, geen eetlust, minder zin in seks enz. Dit ondanks het feit dat griep een virus is en streptokokken bacteriën zijn. Die gelijkaardige symptomen zijn deel van de ziekterespons van het lichaam, dat door het natuurlijke immuunsysteem (dat als eerste een infectie herkent en bestrijdt) wordt aangedreven.
Die symptomen overlappen belangrijke primaire symptomen van ziektes als ME. Dat kan erop duiden dat een aanhoudende en ‘overdreven’ ziekterespons een kerncomponent van ME is. Hoe kan dit gebeuren? Wanneer het natuurlijke immuunsysteem pathogenen bespeurt, maakt het cytokines (signalerende proteïnes) aan om de infectie gericht aan te vallen. Die cytokines worden op de plaats van de infectie aangemaakt (en bereiken niet altijd de bloedbaan).
En toch is het brein in staat die activatie van cytokines waar te nemen en er op te reageren. Dus hoe gaat dat in zijn werk?
Cytokines zijn tamelijk grote moleculen en gaan daardoor niet gemakkelijk door de bloedhersenbarrière heen. Maar het brein voelt veranderingen in de activatie van cytokines via een zenuw die signalen vanuit het lichaam overbrengt naar het brein, de nervus vagus. De nervus vagus is een extreem belangrijk kanaal tussen het zenuwstelsel en het immuunsysteen (vooral ook omdat zenuwuiteinden ervan fijnmazig in delen van het lichaam zitten die in verbinding staan met de buitenwereld, zoals de longen en de maag).
Een aantal kernpathogenen zoals de herpes virussen en de bacteriesoort Borrelia Burgdorferi (die de ziekte van Lyme veroorzaakt) hebben een bijzondere voorkeur om zenuwweefsel te infecteren (zijn neurotroop).
De hypothese die ik in mijn publicatie opwerp, stelt dat bij ME een aantal mogelijke pathogenen de nervus vagus direct kunnen infecteren. De daarop volgende cytokine signalen die doorgegeven worden aan de hersenen, veroorzaken dan een scherpe verergering van ziekterespons-synptomen.
Omdat de signalering rechtstreeks van deze gevoelige zenuw komt, ‘overreageert’ het brein op die signalen en vertaalt dat alsof heel het lichaam (en niet alleen de nervus vagus) geïnfecteerd is met pathogenen. Als dat het geval is, wordt de ziekterespons ‘overdreven’.
Daar komt nog bij dat de signalering niet goed stopt en een sneeuwbaleffect in een voorwaartse lus veroorzaakt die de chronische symptomen in stand houdt. Dat valt te vergelijken met een oorlogsveteraan die nog steeds pijn voelt in en geamputeerde teen. De inflammatie heeft een watervalreactie ontketend die zichzelf in stand kan houden.
In het volgende deel gaat Amy nader in op de interactie nervus vagus-microbioom en op behandelingen
A: Als ik vandaag mijn hypothese zou updaten, zou ik toelichten dat de nervus vagus ook een grote rol speelt in het doorgeven van informatie vanuit het menselijk microbioom (darmflora) aan de hersenen en de signalen daarvan aanpast aan de samenstelling en de activiteit van het microbioom.
Ik zou daar nog aan toevoegen dat uit studies met ratten en muizen blijkt dat een pathogeen niet volledig actief hoeft te zijn om waargenomen te worden door zenuw- en hersenweefsel. Veel virussen blijven leven in een latente, chronische vorm en worden met bloedtesten niet echt goed ontdekt maar kunnen toch blijven bijdragen aan symptomen.
V: In uw publicatie noemde u mogelijke behandelopties die in uw hypothese passen. Hoe is dat ontvangen?
A: Ik wilde voorzichtig zijn over behandelingen te praten omdat ik weet dat wanhopige patiënten er soms alles aan doen om nieuwe, op mager bewijs stoelende dingen te proberen. Ik noemde antivirale middelen en ik heb gezien dat de gezondheid van sommige mensen door het innemen ervan verbeterde.
Maar waarschijnlijk zal behandeling kritisch denken en een gepersonaliseerde benadering vereisen. Ik denk niet dat er ooit een ME/CVS-pil zal zijn. We moeten in plaats daarvan aan mechanismes denken en wat er zich afspeelt in individuele patiënten.
Het is belangrijk naar de geschiedenis te kijken van elke patiënt afzonderlijk (waarvan de ene bijvoorbeeld als tiener mogelijk kwaadaardige waterpokken had, een ander de ziekte van Pfeifer en weer een ander ziek werd na een reis). Waarschijnlijk zullen we onze pijlen moeten richten op stelsels. Daardoor kunnen klinische trials heel wanordelijk worden en sommige behandelingen moeilijk te testen in een standaard gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studie waarbij alle patiënten precies dezelfde behandeling ondergaan.
Wellicht zijn er ook gescheiden behandelingen nodig (of een cocktail van behandelingen), die aan de ene kant proberen mogelijke veroorzakers van infecties te verdrijven en aan de andere kant patiënten kunnen helpen de mogelijk te sterke inflammaties te beteugelen.
Bij behandelingen die gericht zijn op de nervus vagus is stimulering ervan via de huid veelbelovend. Die behandeling is gericht op de tak van de nervus vagus die zich vlak onder de buitenkant van het oor bevindt en waardoor actiepotentialen naar beneden in de zenuw kunnen worden gestuurd. Dat stimuleert de normale anti-ontstekingsreflex van de vagus.
Ik weet dat een handvol ME-patiënten daar wat mee heeft geëxperimenteerd. Sommigen voelden zich er beter door, sommigen merkten er niets van en sommigen kregen bijwerkingen. Er is dus een scala aan reacties maar het is één pijl in de koker waarover nagedacht moet worden.
V: Kortgeleden vroeg u in een tweet om donaties voor een hersenscan.
A: Het is heel moeilijk als researcher bij nul te beginnen. Normaal zou ik als postdoc bij een al bestaand lab terechtkomen die het soort werk dat ik doe al doet. Maar met mijn ME-research begin ik aan iets totaal nieuws. Het is waanzinnig veel werk. Voor dat specifieke project wil ik een handvol hersenscans doen om goede proefdata te krijgen.
Vijf scans zouden al genoeg zijn dus daar probeer ik geld voor in te zamelen. En al druppelen de donaties langzaam binnen, zodra ik $ 5900 bij elkaar heb, kan ik die scan ogenblikkelijk doen. Dat in tegenstelling tot het aanvragen van een formele subsidie van miljoenen dollars om vervolgens een hele lange tijd te wachten op een besluit.
Het is een beetje een catch-22 omdat het moeilijk is het grote geld aan te vragen zonder data, en moeilijk om aan data te komen zonder geld. Kan ik de scans doen met privé geld, dan kan ik de data daarvan hopelijk gebruiken om een grotere overheidssubsidie te krijgen. Ik wil graag de bluf van de NIH uitdagen en zien of het hun ernst is onderzoek hiernaar te subsidiëren.
© MicrobeMinded. Vertaling en redactie MECentraal (deel 1, deel 2) (samenvatting van de kern) waarvoor dank.
Lees ook
- Steun onderzoek naar myalgische encefalomyelitis: beeldvorming van neuro-inflammatie, voor en na inspanning
- Interview met neurowetenschapper Michael VanElzakker: nervus vagus, ME/cvs, latente infectie en meer
- De nervus vagus infectie hypothese en ME/CVS. Een interview met Michael VanElzakker PhD
- ME/CVS: een herpesvirus infectie van de nervus vagus?