Cort Johnson, Health Rising, 5 september 2020
Linda Van Campen, Peter Rowe en Frans Visser ontmoetten elkaar op een conferentie. De rest is, zoals ze zeggen, geschiedenis.
De twee Nederlandse onderzoekers, C. Linda van Campen en Frans Visser, en Peter Rowe uit de VS, hebben de laatste tijd veel succes. Het team Van Campen/Visser heeft tot dusver in 2020 (meestal samen met Peter Rowe) zes studies over ME/cvs gepubliceerd. Ze publiceerden één studie in 2019 en drie in 2018. Dit is de tweede blog van drie over hun recente werk.
Ik vroeg Peter Rowe hoe het kwam dat hij als onderzoeker aan het Johns Hopkins met de twee Nederlandse onderzoekers is gaan samenwerken. Wat hij zei, wees erop hoe waardevol persoonlijke conferenties kunnen zijn.
“Frans, Linda en ik hebben elkaar ontmoet toen Sonya Chowdhury en Action for M.E. ons allemaal uitnodigden om te spreken over orthostatische intolerantie op de conferentie van UK CFS/ME Research Collaborative van 2017 in het Engelse Bristol. Frans en Linda verzamelen al een aantal jaren zeer zorgvuldig gegevens over kanteltafeltesten in hun cardiologische kliniek die gespecialiseerd is in de evaluatie en behandeling van personen met ME/cvs. Hun database is een goudmijn aan informatie over veranderingen tijdens het kantelen en ze zijn zowel uitzonderlijke fysiologen als clinici.
We hebben erg genoten van de discussies tijdens de bijeenkomst en wilden blijven samenwerken. Daarom hebben we sinds 2017 in bijna ieder weekend ongeveer een uur besteed aan Skypegesprekken, het herzien van documenten en het bespreken van de manier waarop de gegevens moeten worden geïnterpreteerd en gepresenteerd. Linda en Frans verbleven de laatste twee zomers ook 7-10 dagen in Baltimore, waardoor we intensiever konden samenwerken aan onderzoeksvragen en het vergelijken van notities over klinische behandeling. Naast alle wetenschappelijke productiviteit brengt de samenwerking ons veel plezier.
Veel ME/cvs-clinici zijn relatief geïsoleerd, vooral in de Europese setting waar CGT in sommige kringen nog steeds als de optimale therapie wordt beschouwd, ondanks het ontbreken van goede wetenschappelijke ondersteuning voor die positie. Het bouwen van deze kleine brug tussen de praktijken is een bron van aanmoediging en inzicht aan beide zijden van de Atlantische Oceaan en we zijn allemaal blij dat de publicaties een aantal praktische voordelen hebben gebracht voor patiënten overal ter wereld”.
Van Campen, Rowe en Visser schreven geschiedenis toen ze met grote zekerheid aantoonden dat bijna iedereen met ME/cvs een verminderde bloedstroom naar de hersenen heeft tijdens een kanteltafeltest. Als dat correct is, kan een vorm van orthostatische intolerantie net zo’n belangrijk onderdeel zijn van deze ziekte als postexertionele malaise (PEM).
Verlaagde bloedstroom naar de hersenen en orthostatische intolerantie alom aanwezig bij ME/cvs
Af en toe komt er een studie langs waarvoor termen als “baanbrekend” of “grensverleggend” van toepassing zijn.
Hersenmist in orthostatische intolerantie….ofwel ME/cvs
Cognitive Function Declines Following Orthostatic Stress in Adults With Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome (ME/CFS). C Linda M C van Campen, Peter C Rowe, Freek W A Verheugt, Frans C Visser Front., Neurocience .2020 Jun 26;14:688. doi: 10.3389/fnins.2020.00688. eCollection 2020. [Cognitieve functie vermindert na orthostatische stress bij volwassenen met ME/cvs, n.v.d.r.]
De groep lichtte het thema universele orthostatische intolerantie (OI) toe in een andere recente studie die aantoonde dat vrijwel iedereen met ME/cvs cognitief wordt uitgedaagd bij het ondergaan van een kanteltest.
Deze grote (n=128) studie was samengesteld uit mensen die voldeden aan de Internationale Consensusdefinitie van ME en de Fukuda-criteria. (Er waren geen gezonde controles opgenomen).
Men zou kunnen vermoeden dat de studie wellicht meer gericht was op mensen met OI omdat ze werd uitgevoerd op patiënten waarvan men vermoedde dat ze OI hadden, maar naast het beoordelen van de gebruikelijke symptomen die geassocieerd worden met OI (duizeligheid, hartkloppingen, concentratieproblemen, etc.), vermoedden de onderzoekers ook OI bij personen die “vermoeidheid, een gevoel van zwakte, intolerantie voor oefeningen met weinig impact, misselijkheid, buikpijn, bleekheid in het gezicht, nervositeit en kortademigheid” ondervonden – dus nagenoeg iedereen met ME/cvs.
De deelnemers kregen visuele N-back-testen – die u hier kunt doen – net voor en binnen vijf minuten na de kanteltafeltest.
Merk op hoe het percentage van correcte antwoorden en snelheid van antwoorden daalde nadat de kanteltafeltest was uitgevoerd. (men maakte gebruik van cognitieve testen N-2 en N-3 )
Nadat ze 70 graden waren gekanteld voor maximaal 30 minuten (voor degenen die het zo lang konden volhouden), werd de groep ME/cvs-patiënten in categorieën verdeeld: degenen met een normale reactie van hartslagfrequenties en bloeddruk, degenen met een reactie van verhoogde hartslag (posturale orthostatische tachycardie (POTS)) en degenen met verlaagde bloeddruk (orthostatische hypotensie). Net als in een eerdere studie was de “normale groep” de grootste groep.
De ME/cvs-groep maakte meer fouten in de cognitieve testen en deed er langer over om deze testen te doen nadat ze gekanteld waren. (Vertraagde informatieverwerking is een belangrijke cognitieve bevinding bij ME/cvs).
De ME/cvs-patiënten met posturaal orthostatisch tachycardiesyndroom (POTS) of orthostatische hypotensie (OH) maakten de cognitieve testen niet slechter dan de ME/cvs-patiënten zonder deze stoornissen. Iedereen deed het slechter na te zijn gekanteld.
Wat de POTS- en niet-POTS-patiënten lijkt te verbinden, is een verminderde bloedstroom naar de hersenen en mogelijk ook een laag CO2-gehalte.
Eerdere studies zouden kunnen ophelderen wat er gebeurt. Ze laten zien dat in de omgekeerde wereld van ME/cvs alles de verkeerde kant op lijkt te gaan.
Cognitieve testen bij gezonde personen resulteren in een verhoogde bloedstroom naar de hersenen, maar Stewarts studie uit 2012 naar cognitieve testen op een kanteltafel bij ME/cvs met POTS toonde aan dat een dergelijke toename niet voorkomt bij ME/cvs-patiënten. In plaats daarvan hadden sommige patiënten, paradoxaal genoeg, een verminderde bloedstroom naar de hersenen. In plaats van over meer middelen te beschikken om de cognitieve uitdaging aan te gaan, kregen de hersenen van de ME/cvs-patiënt ofwel geen extra middelen ofwel werden de middelen nog meer beperkt.
Ook liet de verhoogde vasomotorische toon bij ME/cvs-patiënten tijdens de kanteltafeltest zien dat de slagaders die naar de hersenen leiden, vernauwd waren, waardoor de bloedstroom afnam. Ook hier bleken de ME/cvs-patiënten met POTS tegenovergesteld te werken: hun slagaders vernauwden tijdens de kanteltafeltest, terwijl die van de gezonde controles wijder werden (vasodilaterend).
Het was dus geen wonder dat de ME/cvs-patiënten meer moeite hadden met de cognitieve test nadat ze gekanteld waren, gezien hun hersenen weinig hulp kregen – in de vorm van verhoogde bloedstroming – en hun bloedvaten zich blijkbaar dichtklemden tijdens het kantelen en zo de bloedstroom verminderden.
Kleine kantelingen hebben grote gevolgen bij ernstige ME/cvs
Veel personen met ME/cvs hebben problemen met staan. De problemen kunnen uitgesproken zijn (duizeligheid, flauwvallen, ernstige vermoeidheid) of ze kunnen subtieler zijn (verhoogde pijn, moeite met denken en het vormen van woorden). Staan is echter niet de enige houding die het cardiovasculaire systeem belast. Het meetsysteem van het Bateman Horne Center – “hours of upright activity” [HUA of aantal uren staande activiteit, n.v.d.r.] of “feet on the floor” [voeten op de grond, n.v.d.r.] – geeft dan ook aan dat zelfs zitten orthostatische problemen kan veroorzaken.
De volgende studie “Cerebral Blood Flow Is Reduced in Severe Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome Patients During Mild Orthostatic Stress Testing: An Exploratory Study at 20 Degrees of Head-Up Tilt Testing” [Cerebrale bloedstroom wordt verminderd bij ernstige ME/cvs-patiënten tijdens het testen met milde orthostatische stress: een verkennend onderzoek met een hellingshoektest van 20 graden, n.v.d.r.] Van Campen, Rowe en Visser toonden vervolgens aan dat een hellingshoektest van 70 graden niet nodig is om veel symptomen en een volledige orthostatische respons uit te lokken bij ernstiger zieke patiënten. Bij deze patiënten is een kanteltafel van 20 graden vanuit rugligging genoeg.
Verminderde bloedstroom naar de hersenen en mogelijk verlaagde CO 2-niveaus werden geassocieerd met slechte prestaties op cognitieve testen.
Door 15 minuten lang tot 20 graden te worden gekanteld, werd de cerebrale bloedstroom met 27% verminderd – een percentage dat vergelijkbaar is met het percentage dat patiënten met ME/cvs die beter presteren (26%), ervaren tijdens een 30 minuten durende kanteltafeltest van 70 graden. Een significante vermindering van de slagvolume-index (31%) was weer vergelijkbaar met die van de gezondere ME/cvs-groep tijdens de langere 30 minuten durende 70 graden test.
Ondanks het feit dat deze patiënten nauwelijks werden gekanteld, voldeden vier van de negentien patiënten aan de definitie van POTS. Deze studie maakt duidelijk dat zelfs kleine veranderingen vanuit rugligging een reeks negatieve fysiologische veranderingen kunnen veroorzaken bij de ernstig zieke patiënten.
Net als bij de eerdere studie suggereren de auteurs dat een verlaging van het CO2-gehalte de bloedvaten kan vernauwen, waardoor de bloedstroom naar de hersenen afneemt. Verlaagde CO2-niveaus worden geassocieerd met hyperventilatie of “overmatig ademhalen”, wat verwijst naar een snel en diep ademhalingspatroon dat grotere hoeveelheden CO2-uitstoot dan normaal.
Focussen op de ademhaling?
Een klinische suggestie van de auteur was dat focussen op de diepte en de snelheid van de ademhaling nuttig zou kunnen zijn.
“Wanneer hypocapnie wordt waargenomen, kan het focussen op de diepte en snelheid van de ademhaling dienen als therapeutische behandelingsoptie voor deze patiënten, waardoor orthostatische intolerantieklachten kunnen worden verminderd”.
Binnenkort op deze blog: kan het veranderen van onze ademhaling helpen? En aandacht voor hyperventilatie bij ME/cvs.
De kernpunten
- Peter Rowe ontmoette Linda Van Campen en Frans Visser op de Britse Conferentie. Sindsdien werkten ze samen aan vele studies, waarvan zes het afgelopen jaar.
- Bij de hele ME/cvs-groep – of ze nu een diagnose van orthostatische intolerantie hadden of niet – was de bloedstroom naar de hersenen verminderd en waren de CO2-niveaus verlaagd nadat ze gedurende 30 minuten naar 70 graden waren gekanteld.
- De hele ME/cvs-groep – of ze nu gediagnosticeerd waren met het posturaal orthostatisch tachycardiesyndroom (POTS) of niet – vertoonde duidelijk verminderde cognitieve vaardigheden nadat ze gekanteld waren. Ze hadden meer antwoorden verkeerd en deden er langer over om de vragen te beantwoorden.
- De bevindingen van de Visser-groep suggereren dat orthostatische intolerantie in de vorm van verminderde bloedtoevoer naar de hersenen en verminderde CO2-niveaus net zo dominant kunnen zijn bij ME/cvs als postexertionele malaise (PEM).
- Ernstig zieke ME/cvs-patiënten hoefden slechts 15 minuten te worden gekanteld tot 20 graden om even verlaagde bloedstroom en even verlaagde CO 2-niveaus te vertonen als de minder zieke ME/cvs- patiënten.
- Een eerdere cognitieve studie naar POTS vond dat, in tegenstelling tot de gezonde controles, de bloedstroom naar de hersenen niet toenamen bij de POTS-patiënten tijdens de cognitieve stressor. Bovendien vernauwden de slagaders van POTS-patiënten zich in plaats van te verwijden, zoals bij de gezonde controles het geval was.
De auteurs suggereerden dat aandacht voor de diepte en frequentie van de ademhaling nuttig zou kunnen zijn bij ME/cvs. Dit en hyperventilatie zal de focus van toekomstige blogs worden.
De auteurs vonden bewijs van hypocapnie in de brede ME/cvs-groep (en het was erger bij POTS). Hypocapnie wordt geassocieerd met hyperventilatie – wat een vrij lange en enigszins gemartelde geschiedenis heeft bij ME/cvs die teruggaat tot de jaren 1990.
Hyperventilatie is recentelijk meerdere malen aangetroffen bij ME/cvs, maar meestal in een subgroep van patiënten. Systrom, bijvoorbeeld, vond hyperventilatie in een set van patiënten tijdens een ingrijpende inspanningstest. Medow voorkwam hyperventilatie en orthostatische intolerantie tijdens een kanteltafeltest met behulp van fenylefrine.
Het is interessant dat hyperventilatie over het algemeen niet wordt geassocieerd met vermoeidheid.
- Bekijk hier een thuistest voor hyperventilatie
Hyperpneu, wat verwijst naar een diepere ademhaling dan normaal (zonder de verhoogde ademhalingssnelheid die bij hyperventilatie wordt gevonden), is gevonden bij POTS.
Normale ademhaling daarentegen is vaak licht en ontspannen en komt uit het middenrif. Als je ooit meditatie hebt gedaan, is het verbazingwekkend hoe weinig adem het lichaam nodig heeft – soms – alleen maar een beetje lucht in en uit de neus is genoeg. Dat soort ademhaling is onhoorbaar – er is geen sprake van piepen, hijgen, zuchten, diepe inademing of uitademing.
Zou het veranderen van ons ademhalingspatroon kunnen helpen?
© Health Rising. Vertaling Tanto, redactie Zuiderzon en Abby, ME-gids.